Iedereen die, om wat voor reden dan ook, probeert de economische ontwikkelingen te volgen, zal het beamen: het aantal macro-economische cijfers, indicatoren en enquêtes dat dagelijks over de financiële markten gestort wordt, is enorm.
En zoals George Orwell in zijn The Animal Farm de varkens laat zeggen dat ‘alle dieren gelijk zijn, maar sommige dieren meer gelijk zijn dan de andere’, zo heeft iedereen een paar van die cijfers die hij extra nauwlettend in de gaten houdt.
Iemand die zijn ogen op inflatieontwikkelingen richt, zoals ik, kijkt dan dieper naar iets wat de inkoopmanagers index heet. Dat is een index die samengesteld wordt aan de hand van een maandelijkse enquête onder, zoals de naam al suggereert, inkoopmanagers van industriële bedrijven.
Onmiddellijk nadat die index voor de VS, Nederland of de eurozone openbaar wordt, zoek ik een van de vele deelindices op, namelijk die over de prijzen die bedrijven zelf moeten betalen voor spullen die ze zelf nodig hebben voor eigen productie.
Hoe duurder de bedrijven aan de achterdeur moeten inkopen, hoe hoger de prijs voor de consument aan de voordeur zal zijn. Het kan even duren voordat de consument dat merkt, maar er is geen ontkomen aan.
Hoe stond het daarmee in september? In de VS wemelt het van die inkoopmanagers indices. Elke staat heeft er wel een. Die van de staat New York, de zogeheten Empire State Manufacturing Survey, is een van de allerbelangrijkste. Daaruit blijkt dat de inkoopmanagers somber zijn over de economische ontwikkeling de komende maanden. De stemming was sinds het voorjaar van 2009 niet zo slecht.
Gevraagd naar hun verwachtingen over prijzen in die tijd, geven ze aan dat de prijzen zullen stijgen. De gemiddelde verwachting is dat de stijging 1,8 procent zal bedragen. Dat is meer dan waarmee de prijzen nu stijgen in de VS, dus lagere groei of niet, de inkoopmanagers zien de inflatie oplopen. Ruim een derde, 36 procent, verwacht de prijzen van eigen producten met tussen de 2 en 8 procent te zullen verhogen. Hoezo deflatie?!
De helft van de inkoopmanagers in New York zei dat meer te moesten betalen voor spullen die ze moeten inkopen. Wederom, hoezo deflatie?!
Ook een belangrijke regionale inkoopmanagersindex is die van de regio rondom de stad Chicago, in het midden van de VS. Daarin is te vinden dat bijna 1 op 3 bedrijven de afgelopen tijd meer heeft moeten betalen voor halffabrikaten dan voorheen. Slechts 9 procent van de ondervraagden gaf aan met lagere inkoopprijzen te maken te hebben. Alweer, hoezo deflatie?!
Dezelfde index voor heel de VS sprak ook duidelijke taal. De headline en bijna alle deelindices daalden in september. Bijna alle, want de deelindex ‘prices paid’ spoot omhoog, van 61,5 naar 70 punten. Het was de vijftiende maand op rij waarin die deelindex steeg. Geen enkele sector gaf aan met lagere inkoopprijzen te maken te hebben gehad in september. De trend is duidelijk stijgend waarbij de stijging almaar sneller wordt, valt dan ook te lezen in het document. Het is slechts een kwestie van tijd voordat de Amerikaanse bedrijven dat (proberen) door te berekenen aan de eindgebruiker. Hoezo deflatie?!
Goed, dat is allemaal ver weg van huis. Hoe zit het met Nederland? Hier houdt de NEVI, de Nederlandse Vereniging voor Inkoopmanagement, die index bij. ‘De inkoopprijsinflatie was opnieuw flink en groter dan vorige maand. De bedrijven probeerden dit te vertalen in hogere verkoopprijzen. Een aantal bedrijven meldde echter dat de forse concurrentie dit bemoeilijkte.’ Dit citaat komt uit de laatste inkoopmanagersindex voor Nederland.
En zoals George Orwell in zijn The Animal Farm de varkens laat zeggen dat ‘alle dieren gelijk zijn, maar sommige dieren meer gelijk zijn dan de andere’, zo heeft iedereen een paar van die cijfers die hij extra nauwlettend in de gaten houdt.
Iemand die zijn ogen op inflatieontwikkelingen richt, zoals ik, kijkt dan dieper naar iets wat de inkoopmanagers index heet. Dat is een index die samengesteld wordt aan de hand van een maandelijkse enquête onder, zoals de naam al suggereert, inkoopmanagers van industriële bedrijven.
Onmiddellijk nadat die index voor de VS, Nederland of de eurozone openbaar wordt, zoek ik een van de vele deelindices op, namelijk die over de prijzen die bedrijven zelf moeten betalen voor spullen die ze zelf nodig hebben voor eigen productie.
Hoe duurder de bedrijven aan de achterdeur moeten inkopen, hoe hoger de prijs voor de consument aan de voordeur zal zijn. Het kan even duren voordat de consument dat merkt, maar er is geen ontkomen aan.
Hoe stond het daarmee in september? In de VS wemelt het van die inkoopmanagers indices. Elke staat heeft er wel een. Die van de staat New York, de zogeheten Empire State Manufacturing Survey, is een van de allerbelangrijkste. Daaruit blijkt dat de inkoopmanagers somber zijn over de economische ontwikkeling de komende maanden. De stemming was sinds het voorjaar van 2009 niet zo slecht.
Gevraagd naar hun verwachtingen over prijzen in die tijd, geven ze aan dat de prijzen zullen stijgen. De gemiddelde verwachting is dat de stijging 1,8 procent zal bedragen. Dat is meer dan waarmee de prijzen nu stijgen in de VS, dus lagere groei of niet, de inkoopmanagers zien de inflatie oplopen. Ruim een derde, 36 procent, verwacht de prijzen van eigen producten met tussen de 2 en 8 procent te zullen verhogen. Hoezo deflatie?!
De helft van de inkoopmanagers in New York zei dat meer te moesten betalen voor spullen die ze moeten inkopen. Wederom, hoezo deflatie?!
Ook een belangrijke regionale inkoopmanagersindex is die van de regio rondom de stad Chicago, in het midden van de VS. Daarin is te vinden dat bijna 1 op 3 bedrijven de afgelopen tijd meer heeft moeten betalen voor halffabrikaten dan voorheen. Slechts 9 procent van de ondervraagden gaf aan met lagere inkoopprijzen te maken te hebben. Alweer, hoezo deflatie?!
Dezelfde index voor heel de VS sprak ook duidelijke taal. De headline en bijna alle deelindices daalden in september. Bijna alle, want de deelindex ‘prices paid’ spoot omhoog, van 61,5 naar 70 punten. Het was de vijftiende maand op rij waarin die deelindex steeg. Geen enkele sector gaf aan met lagere inkoopprijzen te maken te hebben gehad in september. De trend is duidelijk stijgend waarbij de stijging almaar sneller wordt, valt dan ook te lezen in het document. Het is slechts een kwestie van tijd voordat de Amerikaanse bedrijven dat (proberen) door te berekenen aan de eindgebruiker. Hoezo deflatie?!
Goed, dat is allemaal ver weg van huis. Hoe zit het met Nederland? Hier houdt de NEVI, de Nederlandse Vereniging voor Inkoopmanagement, die index bij. ‘De inkoopprijsinflatie was opnieuw flink en groter dan vorige maand. De bedrijven probeerden dit te vertalen in hogere verkoopprijzen. Een aantal bedrijven meldde echter dat de forse concurrentie dit bemoeilijkte.’ Dit citaat komt uit de laatste inkoopmanagersindex voor Nederland.
Bedrijven betalen dus zelf meer, maar kunnen dit voorlopig niet doorberekenen aan de consument. Het gaat dus ten koste van de winst. Dat kunnen ze tijdelijk volhouden. Niet dat de Nederlandse bedrijven dat leuk vinden, maar als het niet anders kan…. Echter, bedrijven zijn geen liefdadigheidsinstellingen. Wanneer de buffer (lees, de winstmarge) opraakt en het niet doorberekenen van duurdere inkoop tot verliezen leidt, zal iets moeten begeven. Of er gaan bedrijven failliet of zij berekenen de hogere kosten noodgedwongen door.
Hoe dan ook, de prijzen gaan omhoog. In het laatste geval is dat duidelijk. Maar als bedrijven failliet aan? Ik grijp weer terug naar het citaat van zojuist. ‘De bedrijven probeerden dit te vertalen in hogere verkoopprijzen. Een aantal bedrijven meldde echter dat de forse concurrentie dit bemoeilijkte.’ Wat gebeurt er met die blijkbar forse concurrentie als bedrijven failliet gaan? Die neemt af. Daardoor wordt het makkelijker dat te doen waar bedrijven in september blijkbaar niet in zijn geslaagd: de hogere kosten doorberekenen. Voor de (voorlopig) laatste keer: hoezo deflatie?!
Hoe dan ook, de prijzen gaan omhoog. In het laatste geval is dat duidelijk. Maar als bedrijven failliet aan? Ik grijp weer terug naar het citaat van zojuist. ‘De bedrijven probeerden dit te vertalen in hogere verkoopprijzen. Een aantal bedrijven meldde echter dat de forse concurrentie dit bemoeilijkte.’ Wat gebeurt er met die blijkbar forse concurrentie als bedrijven failliet gaan? Die neemt af. Daardoor wordt het makkelijker dat te doen waar bedrijven in september blijkbaar niet in zijn geslaagd: de hogere kosten doorberekenen. Voor de (voorlopig) laatste keer: hoezo deflatie?!
Lees dit maar eens. Is inflatie onze enige hoop?
BeantwoordenVerwijderenhttp://www.nytimes.com/2010/10/06/opinion/06gross.html?_r=1
Het is wel heel simpel om de deflatie te tonen.
BeantwoordenVerwijderenVergelijk de prijzen vanaf 2000 tot nu met het echte geld het goud en de prijzen zijn fors gedaald.