Zonder twijfel is de meest bekende scene uit de film Jerry Maguire de scene waarin de sportmakelaar Jerry een klant aan de lijn heeft die hij mee wil nemen wanneer hij voor zichzelf begint. Die wil Jerry testen. Het telefonische gesprek tussen de twee wordt almaar heviger en heviger en bereikt het hoogtepunt wanneer de speler luidkeels roept ‘show me the money’, iets wat Jerry moet herhalen om de speler te overtuigen dat hij serieus zaken wil doen. Die scène parafraserend zou ik hier en nu willen roepen: show me the deflation waar onder meer de Amerikaanse Fed bang voor is.
In de OESO-landen, zeg maar de ontwikkelde economieën, stegen de prijzen in augustus (de laatste maand waarvoor de gegevens voor alle landen beschikbaar zijn) met 1,6 procent. We slaan hier even een zijweg in. Sommige economen zweren bij de zogeheten kerninflatie, dat is inflatie zonder voedsel- en energieprijzen. Die moet je volgens hen uit de cijfers houden, want ze schommelen te veel. Ik vind het een gedrocht, want zo’n cijfer is daarmee alleen relevant voor mensen die niet rijden, stoken of eten ofwel niemand. Maar ook die kerninflatie bedroeg 1,2 procent, wat betekent dat iedereen die dacht dat de prijzen stijgen omdat tarwe duurder is geworden, er heel ver naast zit. Over de hele linie stijgen de prijzen.
De goudprijs is de grens van 1.300 dollar gepasseerd en klimt vrolijk door. Olie wordt ook duurder, door extra vraag uit landen wiens economieën wél hard groeien (China, India, eigenlijk de rest van de wereld op de VS en Europa na). Ik heb eerder een blogpost erover gepubliceerd. Allerlei andere grondstoffen worden met de dag duurder.
Zelfs de aandelen hebben een goede september achter de rug. Wat heet, het was de beste september voor de aandelenkoersen sinds 1939. Wie ook maar iets van de historie van de aandeelkoersen weet, weet dat september vaak juist een dramatische maand is voor die markt. Maar afgezien van de historie, is het nog vreemder dat de aandelenkoersen gestegen zijn terwijl de economische vooruitzichten in de VS en Europa zijn verslechterd. Hoewel, vreemd… wacht even, zou het niet kunnen dat…
Grondstoffenprijzen die stijgen, goudprijs die het ene record zet om die een dag later alweer te overtreffen, aandelenkoersen die stijgen terwijl de economie in zowel de VS als Europa zinkt. De verklaring is makkelijk: om de economieën in de VS en Europa drijvende te houden pompten vooral de Fed en de Britse centrale bank, maar ook de Europese Centrale Bank, ongekende hoeveelheden geld in de economieën van die landen en regio’s. Dat drijft de prijzen op en drukt ze niet omlaag. Het zou de wereld op zijn kop zijn.
Waarom is een onschuldig ogende gele postzegel uit Zweden enkele maanden geleden voor miljoenen verkocht? Omdat er maar een van is. De hele serie had namelijk groen moeten zijn, maar door een drukfout is eentje gedrukt in geel. En omdat die schaars is, is die duur.
Iedereen weet dat iets waarvan er weinig van is, duur is. Water is niet duur in Nederland, maar in de Sahara wel. Omdat het water hier niet en daar wel schaars is.
Die wet, dat naarmate iets schaarser wordt het ook duurder wordt, geldt ook voor geld. En daar is er met de dag meer van, dankzij de op hol geslagen drukpersen bij de centrale banken. Kortom, geld wordt met de dag minder schaars. Met elk nieuw vel dollars en euro’s worden alle dollars en euro’s daarom minder waard.
Even een stapje terug. Wat is deflatie exact? Als de prijzen dalen, roept bijna iedereen dan. Als alles goedkoper wordt, dan wordt geld dus meer waard. Immers, je kunt er meer van kopen. Almaar meer en meer geld in de economieën pompen maakt het geld minder schaars en kan dan ook op den duur er alleen toe leiden dat geld minder waard wordt (lees inflatie) en niet meer (lees deflatie).
Natuurlijk, hier en daar worden wel wat spullen goedkoper. Maar a) dat is van alle tijden en b) het zijn slechts een paar deflatiestruiken, niet eens bomen. We moeten geen fout maken en door die deflatiestruiken het angstaanjagende inflatiebos missen.
In de OESO-landen, zeg maar de ontwikkelde economieën, stegen de prijzen in augustus (de laatste maand waarvoor de gegevens voor alle landen beschikbaar zijn) met 1,6 procent. We slaan hier even een zijweg in. Sommige economen zweren bij de zogeheten kerninflatie, dat is inflatie zonder voedsel- en energieprijzen. Die moet je volgens hen uit de cijfers houden, want ze schommelen te veel. Ik vind het een gedrocht, want zo’n cijfer is daarmee alleen relevant voor mensen die niet rijden, stoken of eten ofwel niemand. Maar ook die kerninflatie bedroeg 1,2 procent, wat betekent dat iedereen die dacht dat de prijzen stijgen omdat tarwe duurder is geworden, er heel ver naast zit. Over de hele linie stijgen de prijzen.
De goudprijs is de grens van 1.300 dollar gepasseerd en klimt vrolijk door. Olie wordt ook duurder, door extra vraag uit landen wiens economieën wél hard groeien (China, India, eigenlijk de rest van de wereld op de VS en Europa na). Ik heb eerder een blogpost erover gepubliceerd. Allerlei andere grondstoffen worden met de dag duurder.
Zelfs de aandelen hebben een goede september achter de rug. Wat heet, het was de beste september voor de aandelenkoersen sinds 1939. Wie ook maar iets van de historie van de aandeelkoersen weet, weet dat september vaak juist een dramatische maand is voor die markt. Maar afgezien van de historie, is het nog vreemder dat de aandelenkoersen gestegen zijn terwijl de economische vooruitzichten in de VS en Europa zijn verslechterd. Hoewel, vreemd… wacht even, zou het niet kunnen dat…
Grondstoffenprijzen die stijgen, goudprijs die het ene record zet om die een dag later alweer te overtreffen, aandelenkoersen die stijgen terwijl de economie in zowel de VS als Europa zinkt. De verklaring is makkelijk: om de economieën in de VS en Europa drijvende te houden pompten vooral de Fed en de Britse centrale bank, maar ook de Europese Centrale Bank, ongekende hoeveelheden geld in de economieën van die landen en regio’s. Dat drijft de prijzen op en drukt ze niet omlaag. Het zou de wereld op zijn kop zijn.
Waarom is een onschuldig ogende gele postzegel uit Zweden enkele maanden geleden voor miljoenen verkocht? Omdat er maar een van is. De hele serie had namelijk groen moeten zijn, maar door een drukfout is eentje gedrukt in geel. En omdat die schaars is, is die duur.
Iedereen weet dat iets waarvan er weinig van is, duur is. Water is niet duur in Nederland, maar in de Sahara wel. Omdat het water hier niet en daar wel schaars is.
Die wet, dat naarmate iets schaarser wordt het ook duurder wordt, geldt ook voor geld. En daar is er met de dag meer van, dankzij de op hol geslagen drukpersen bij de centrale banken. Kortom, geld wordt met de dag minder schaars. Met elk nieuw vel dollars en euro’s worden alle dollars en euro’s daarom minder waard.
Even een stapje terug. Wat is deflatie exact? Als de prijzen dalen, roept bijna iedereen dan. Als alles goedkoper wordt, dan wordt geld dus meer waard. Immers, je kunt er meer van kopen. Almaar meer en meer geld in de economieën pompen maakt het geld minder schaars en kan dan ook op den duur er alleen toe leiden dat geld minder waard wordt (lees inflatie) en niet meer (lees deflatie).
Natuurlijk, hier en daar worden wel wat spullen goedkoper. Maar a) dat is van alle tijden en b) het zijn slechts een paar deflatiestruiken, niet eens bomen. We moeten geen fout maken en door die deflatiestruiken het angstaanjagende inflatiebos missen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten