Een geweldige analyse van de economen van Morgan Stanley over de nabije economische toekomst van China (U moet als u op de site bent even naar beneden scrollen om bij de analyse te komen).
Het komt er in het kort op neer dat de Chinese economie niet in staat zal zijn het groeitempo van de afgelopen decennia (gemiddeld zo’n 10 procent per jaar) vast te houden. Maar de groei zal wel hoog blijven en gemiddeld per jaar zo’n 8 procent bedragen (de hele tekst van Morgan Stanley is zeer aan te raden, vandaar nog een keer een link daarnaar).
Daarmee blijft China goed op weg om tegen 2025 de grootste economie ter wereld (in termen van de omvang van het bruto binnenlands product) te worden.
Een grote verandering verwachten de economen van Morgan Stanley wel op het inflatiefront te zien. De jaarlijkse inflatie zal gemiddeld 3,5 procent bedragen verwachten ze, aanzienlijk meer dan het gemiddelde van 1,9 procent van het afgelopen decennium. De voornaamste reden is dat de arbeidsmarkt in China meer op een normale arbeidsmarkt zal lijken, wat betekent dat er niet ontelbaar veel goedkope arbeidskrachten voor de fabriekspoorten zullen staan, klaar om de baan van een werkende die klaagt over de hoogte van zijn loon, over te nemen.
Ook in China wordt de arbeidsmarkt de komende jaren krapper met als gevolg dat de loonkosten voor bedrijven sneller zullen stijgen. Onlangs zijn een paar bedrijven in het nieuws geweest waar de lonen met tientallen procenten omhoog zijn gegaan nadat de werknemers hadden gestaakt.
Die 3,5 procent inflatie is natuurlijk geen ramp. Het betekent wel dat de periode dat China en Azië deflatie exporteerden naar het Westen, waardoor de inflatie hier bij ons decennialang laag kon blijven, voorbij is. In toenemende mate zal de oplopende inflatie in China en andere opkomende landen doorsijpelen naar het Westen.
Dat is het logische gevolg van het feit dat de economieën in Azië en het Westen na decennia van liberalisering, vrijhandelsverdragen en globalisering geen eilanden zijn mar nauw met elkaar zijn verweven.
Mede daardoor zullen ook de prijzen bij ons harder stijgen dan we op basis van de afgelopen decennia gewend zijn.
Dat heeft allerlei gevolgen voor bijvoorbeeld het Nederlandse pensioenstelsel. Het was voor onze pensioenfondsen redelijk makkelijk de uitkeringen elk jaar aan te passen aan inflatie. Behalve dat de inflatie zelf laag was, stroomde er per saldo geld binnen bij pensioenfondsen (omdat er meer mensen de arbeidsmarkt op kwamen dan verlieten) en de economische omgeving bijzonder gunstig was, wat leidde tot hoge beleggingsrendementen.
Met een veel meer vijandelijke economische omgeving in het verschiet, de vergrijzing die vanaf volgend jaar begint te spelen en stijgende inflatie wordt het jaarlijks indexeren van pensioenen steeds moeilijker en duurder.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten