Wat is de invloed van de ramp in Japan op de wereldinflatie, meer concreet, hier bij ons, 9.293 kilometer van de Japanse hoofdstad Tokio?
Zoals altijd zijn er gevolgen op de korte en middellange termijn. Zo zullen op de korte termijn de laptops en smartphones waarschijnlijk duurder worden, kon u onlangs uitgebreid lezen in de kranten.
De belangrijkste gevolgen zijn natuurlijk die op de middellange en lange termijn, daar focus ik me dan ook op hier op deze blog. Dat was ook de focus in mijn boek Het inflatiespook.
Eén gebied waarop de aardbeving in Japan nog heel lang voor naschokken zal leiden, betreft de grondstoffen, met name de olie of meer in het algemeen de energieprijzen.
Waardeloze grond
Japan is een zeer grondstoffenarm land. Bijna alles moet de derde grootste economie ter wereld invoeren. Om de afhankelijkheid van het buitenland enigszins te proberen te beperken, richt het land zich sinds het begin van de jaren zeventig relatief veel op kernenergie. Inmiddels zijn de kerncentrales goed voor ruim één derde van de totale energieproductie in het land van de rijzende zon.
De nucleaire ramp die we dagelijks in de kranten en op onze TV-buizen voorbij zien komen, zal ongetwijfeld ervoor zorgen dat Japan voor een deel op zoek zal gaan naar andere energiebronnen (er wordt overwogen de kerncentrale die nu voor problemen zorgt onder een dikke laag beton en aarde te begraven).
Trek in olie
Dat zal al snel betekenen dat de vraag naar kolen en olie zal stijgen (denk erom, we hebben het niet over de op twee na grootste economie ter wereld). En omdat op zijn minst tijdelijk veel raffinaderijen in Japan buiten gebruik zijn, betekent dat, alweer op zijn minst op de korte termijn, meer vraag naar verwerkte olie, dus brandstof klaar voor gebruik. Op de middellange termijn zal Japan waarschijnlijk meer olie kopen op de wereldmarkt.
Aangezien de ramp in dat land een discussie over kernenergie in de rest van de wereld ontketend heeft, is het ook goed voor te stellen dat op zijn minst de plannen voor de bouw van nieuwe kerncentrales vertraging zullen oplopen. Europa wil bijvoorbeeld al zijn kerncentrales aan een stresstest onderwerpen, in Duitsland worden de kerncentrales die vóór 1980 zijn gebouwd stilgelegd en de publieke opinie is minder kernenergievriendelijk aan het worden. Dat hoeft geen afstel van allerlei plannen te betekenen, zoals een tweede kerncentrale in Borssele, maar wel langdurige vertraging op zijn minst.
Stopcontact
Ondertussen willen we nog steeds dat er gewoon stroom komt uit onze stopcontacten. Grote kans dus dat de vraag naar olie, die toch al sterk zou stijgen de komende jaren door de hoge economische groei in opkomende landen, nóg sterker zal stijgen.
Het is bij dat alles goed voor te stellen dat de benzineprijs aan de pomp zelfs harder stijgt, al is het maar omdat meer vraag naar olie ook meer vraag naar schepen om die olie te vervoeren betekent. Het vervoeren van olie kan dan ook makkelijk duurder worden, wat uiteindelijk tot uitdrukking zal komen in de prijs van een liter super (plus) en diesel.
Aan de aanbodkant verandert er barweinig. Te weinig in ieder geval om een nog harder stijgende vraag bij te benen. Zoals ik hier en in mijn boek al vaak heb gesteld: wanneer iets schaarser wordt, wordt het ook duurder.
Wat voor ons in Europa nog van groot belang is in dit opzicht, is hoe het met de euro zal aflopen. Een zwakke euro betekent dat de olie extra duurder wordt voor ons. Binnenkort verschijnt mijn boek ‘De toekomst van de euro: keert de gulden terug?’. Het is mogelijk dat boek nu al te bestellen.
Gratis nieuwsbrief over inflatieontwikkelingen? Registreer nu!
Zoals altijd zijn er gevolgen op de korte en middellange termijn. Zo zullen op de korte termijn de laptops en smartphones waarschijnlijk duurder worden, kon u onlangs uitgebreid lezen in de kranten.
De belangrijkste gevolgen zijn natuurlijk die op de middellange en lange termijn, daar focus ik me dan ook op hier op deze blog. Dat was ook de focus in mijn boek Het inflatiespook.
Eén gebied waarop de aardbeving in Japan nog heel lang voor naschokken zal leiden, betreft de grondstoffen, met name de olie of meer in het algemeen de energieprijzen.
Waardeloze grond
Japan is een zeer grondstoffenarm land. Bijna alles moet de derde grootste economie ter wereld invoeren. Om de afhankelijkheid van het buitenland enigszins te proberen te beperken, richt het land zich sinds het begin van de jaren zeventig relatief veel op kernenergie. Inmiddels zijn de kerncentrales goed voor ruim één derde van de totale energieproductie in het land van de rijzende zon.
De nucleaire ramp die we dagelijks in de kranten en op onze TV-buizen voorbij zien komen, zal ongetwijfeld ervoor zorgen dat Japan voor een deel op zoek zal gaan naar andere energiebronnen (er wordt overwogen de kerncentrale die nu voor problemen zorgt onder een dikke laag beton en aarde te begraven).
Trek in olie
Dat zal al snel betekenen dat de vraag naar kolen en olie zal stijgen (denk erom, we hebben het niet over de op twee na grootste economie ter wereld). En omdat op zijn minst tijdelijk veel raffinaderijen in Japan buiten gebruik zijn, betekent dat, alweer op zijn minst op de korte termijn, meer vraag naar verwerkte olie, dus brandstof klaar voor gebruik. Op de middellange termijn zal Japan waarschijnlijk meer olie kopen op de wereldmarkt.
Aangezien de ramp in dat land een discussie over kernenergie in de rest van de wereld ontketend heeft, is het ook goed voor te stellen dat op zijn minst de plannen voor de bouw van nieuwe kerncentrales vertraging zullen oplopen. Europa wil bijvoorbeeld al zijn kerncentrales aan een stresstest onderwerpen, in Duitsland worden de kerncentrales die vóór 1980 zijn gebouwd stilgelegd en de publieke opinie is minder kernenergievriendelijk aan het worden. Dat hoeft geen afstel van allerlei plannen te betekenen, zoals een tweede kerncentrale in Borssele, maar wel langdurige vertraging op zijn minst.
Stopcontact
Ondertussen willen we nog steeds dat er gewoon stroom komt uit onze stopcontacten. Grote kans dus dat de vraag naar olie, die toch al sterk zou stijgen de komende jaren door de hoge economische groei in opkomende landen, nóg sterker zal stijgen.
Het is bij dat alles goed voor te stellen dat de benzineprijs aan de pomp zelfs harder stijgt, al is het maar omdat meer vraag naar olie ook meer vraag naar schepen om die olie te vervoeren betekent. Het vervoeren van olie kan dan ook makkelijk duurder worden, wat uiteindelijk tot uitdrukking zal komen in de prijs van een liter super (plus) en diesel.
Aan de aanbodkant verandert er barweinig. Te weinig in ieder geval om een nog harder stijgende vraag bij te benen. Zoals ik hier en in mijn boek al vaak heb gesteld: wanneer iets schaarser wordt, wordt het ook duurder.
Wat voor ons in Europa nog van groot belang is in dit opzicht, is hoe het met de euro zal aflopen. Een zwakke euro betekent dat de olie extra duurder wordt voor ons. Binnenkort verschijnt mijn boek ‘De toekomst van de euro: keert de gulden terug?’. Het is mogelijk dat boek nu al te bestellen.
Gratis nieuwsbrief over inflatieontwikkelingen? Registreer nu!
Olie $ 200 per vat zal enorm verzwakkend zijn voor de dollar. Merk op dat tijdens de M-O crisis en de Japanse crisis de dollar niet als vluchthaven werd gebruikt. Een teken aan de wand.
BeantwoordenVerwijderen