dinsdag 8 maart 2011

Inflatie in de jaren 20, van deze eeuw dan

Nu de inflatie niet alleen in ver weg gelegen landen maar ook bij ons oploopt, is er in de media veel aandacht voor de stijgende prijzen (en mijn boek Het inflatiespook, de tweede druk ligt inmiddels in de boekhandels).

In veel artikelen en analyses over de stijgende inflatie overheerst de vraag hoe de prijzen zich de rest van dit jaar zullen ontwikkelen. Ik vind dat een veel te korte horizon. Ik zou bijna willen zeggen: who cares. Het gaat om wat de inflatie de komende jaren voor ons in petto heeft. Dát was ook mijn insteek toen ik Het inflatiespook ging schrijven. Niet 2011, maar de komende jaren, zeg maar de rest van dit decennium dat net begonnen is.

Verrekijker erbij
Maar we kunnen natuurlijk ook nóg verder in de toekomst proberen te kijken (waarbij het zicht natuurlijk veel slechter wordt).

Onlangs bekeek ik een filmpje op Mejudice.nl, een discussieplatform voor economen. Charles van Marrewijk, hoogleraar economie aan de Universiteit Utrecht, had het in het filmpje over de vergrijzing in China.

Wie de demografische trends doortrekt in dat immense land, ziet vrij snel dat China vanaf 2020 te maken zal krijgen met grootschalige vergrijzing (alles in China lijkt grootschalig te zijn, dus de vergrijzing ook). Het aandeel 15 tot 65-jarigen in de totale bevolking zal flink afnemen, aldus Van Marrewijk.

Zo zal de vergrijzing vanaf ongeveer 2025 een flinke rem zetten op de economische groei in China, verwacht hij.

Hij bekijkt de invloed van demografie in China op economische groei. Maar er zijn ook gevolgen voor de inflatie.

Wie werkt, spaart. Ouderen die met pensioen gaan, ontsparen na hun 65-ste. Voor China zal dat niet anders zijn. Lees: de vraag naar allerlei goederen en diensten, denk aan reizen, zorg, andere soort huizen et cetera, zal stijgen.

Daarnaast geldt dat de vergrijzing op de arbeidsmarkt voor schaarste zorgt. Immers, relatief minder mensen die behoren tot de beroepsbevolking betekent dat arbeid schaars wordt. En wat schaars is/wordt, is/wordt duurder.

Omdat China heel veel exporteert naar de rest van de wereld, is de kans groot dat de vergrijzing voor inflatiedruk uit China richting de rest van de wereld zal zorgen.

Maar zoals ik al gesteld heb, kijken zo ver in de toekomst is eigenlijk geen kijken, je ziet alleen vage silhouetten. Een nieuwe technologische doorbraak kan voor een economische impuls zorgen die de groei aanjaagt en de inflatie omlaag drukt. Ik zie nu niet wát dat zou kunnen zijn, maar wie zag in de jaren tachtig internet die rol spelen een decennium later?

Grondstoffen en voedsel
Van iets anders ben ik veel zekerder, namelijk dat de grondstoffen en voedsel duurder zullen worden. Daar is het rekensommetje veel makkelijker te maken.

De vraag neemt toe door bevolkingsgroei en welvaartsgroei, vooral in ontwikkellings- en opkomende landen. Zeker voor grondstoffen geldt dat die langzaam maar zeker uitgeput raken (zeker als we het over 2025 en verder hebben). Ook de landbouw moet straks flink meer produceren op veel minder grond (door klimaatverandering, urbanisatie) om de vraag te kunnen bijbenen.

Mijn verwachting is dat dat niet helemaal zal gaan lukken en dat voedsel dus duurder zal worden. Stijgende voedsel- en grondstoffenprijzen zijn factoren die de inflatie aanjagen. Dat zal in 2025 niet anders zijn dan nu.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten