Frankfurt, 2 december, kort na 14:30. Jean-Claude Trichet, president van de Europese Centrale Bank (ECB) gaat achter de microfoon zitten. Zoals altijd vergaderde het bestuur van de ECB en gaf de President na afloop een persconferentie.
Nu is het heel vaak zo dat de persconferenties van de ECB te omschrijven zijn als ‘veel woorden, vrijwel nul informatie’. Maar soms kan het ook nog erger. Gisteren was zo’n dag.
Zoals altijd begon de persconferentie van de ECB met het voorlezen van een verklaring. Meteen aan het begin sprak Trichet de volgende zin uit: ‘Wij verwachten dat prijsstabiliteit behouden zal worden over de middellange termijn, waardoor we de koopkracht van de huishoudens uit de eurozone zullen ondersteunen.’ Achter die onschuldig ogende zin gaat veel onzin schuil.
Prijsstabiliteit is voor de ECB een jaarlijkse inflatie van minder maar in de buurt van 2 procent. Trichet noemde op 2 december dan ook trots dat de jaarlijkse inflatie in de eurozone sinds de komst van de euro gemiddeld uitkomt op 1,97 procent. En in oktober stegen de prijzen met 1,9 procent. Kortom, een reden voor een feestje bij de ECB.
Het cruciale woord hier is ‘stegen’, de definitie van prijsstabiliteit is in loop der tijd namelijk haast onopgemerkt veranderd van ‘prijzen die niet stijgen’ naar ‘prijzen die stijgen, maar niet veel’. Wat Trichet dus zei is in feite ‘alles wat jullie kopen wordt duurder en dat is goed voor jullie koopkracht’!
Toegegeven, hij kan gelijk hebben. Maar dat heeft hij niet. Als de lonen namelijk harder stijgen dan de prijzen, dan heeft Trichet gelijk. Immers, iedereen houdt dan netto meer over en gaat er dus op vooruit qua koopkracht.
Dat is echter de theorie. De praktijk toont onomwonden aan dat Trichet, in ieder geval op dit moment, ongelijk heeft. De gemiddelde stijging van de cao-lonen in Nederland, een goede maatstaf voor alle loonstijgingen, bedroeg in 2010 tot nu toe 1,3 procent, aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In de eurozone als geheel stegen de lonen in het derde kwartaal van dit jaar met 1,4 procent blijkt uit de statistieken van de ECB zelf nota bene.
De loonstijgingen in Nederland en de eurozone blijven dus achter de inflatie in de eurozone, Kortom, de Nederlanders en de inwoners van de eurolanden zijn in koopkracht niet vooruit zoals Trichet ons wil doen geloven maar achteruit gegaan. De komende jaren zal de koopkracht verder dalen wanneer, zoals veel economen verwachten, de inflatie flink stijgt, ook in de eurozone.
Net zo vreemd was echter dat niemand Trichet erop aansprak. Dat terwijl de zaal waar de persconferentie werd gehouden tjokvol was met crème de la crème van het financiële journaille van Europa. Zelfs in de commentaren en artikelen die verschijnen naar aanleiding van de vergadering van de ECB rept niemand erover. Terwijl het over zo’n belangrijk onderwerp als de koopkracht van de Europeanen gaat.
Al snel doemt de vraag op: waarom gebeurt dat niet. Ik heb het antwoord niet, ik kan alleen maar gissen. Of de journalisten, allen redacteurs economie, zien dat niet (wat zeer slecht is omdat honderden miljoenen mensen hun mening over onder meer de ECB vormen op basis van hun stukken) of ze zien het wel maar vrezen dat ze daarmee de relatie met de ECB zullen verstoren. Wat het ook is, de lezers van de kranten en weekbladen in Europa zijn er niet mee gebaat. De uitdrukking ‘baat het niet, dan schaadt het niet’, gaat hier niet op. Het baat niet, maar schaadt wel degelijk.
Elk kwartaal verschijnt Trichet ook in het Europees Parlement, voor het kwartaaloverleg met de afgevaardigden. Wie van de Nederlandse europarlementariërs stelt Trichet hier een vraag over?
P.S. En dan heb ik het nog niet eens gehad over het verschil tussen de officiele en de werkelijke inflatiecijfers!
Nu is het heel vaak zo dat de persconferenties van de ECB te omschrijven zijn als ‘veel woorden, vrijwel nul informatie’. Maar soms kan het ook nog erger. Gisteren was zo’n dag.
Zoals altijd begon de persconferentie van de ECB met het voorlezen van een verklaring. Meteen aan het begin sprak Trichet de volgende zin uit: ‘Wij verwachten dat prijsstabiliteit behouden zal worden over de middellange termijn, waardoor we de koopkracht van de huishoudens uit de eurozone zullen ondersteunen.’ Achter die onschuldig ogende zin gaat veel onzin schuil.
Prijsstabiliteit is voor de ECB een jaarlijkse inflatie van minder maar in de buurt van 2 procent. Trichet noemde op 2 december dan ook trots dat de jaarlijkse inflatie in de eurozone sinds de komst van de euro gemiddeld uitkomt op 1,97 procent. En in oktober stegen de prijzen met 1,9 procent. Kortom, een reden voor een feestje bij de ECB.
Het cruciale woord hier is ‘stegen’, de definitie van prijsstabiliteit is in loop der tijd namelijk haast onopgemerkt veranderd van ‘prijzen die niet stijgen’ naar ‘prijzen die stijgen, maar niet veel’. Wat Trichet dus zei is in feite ‘alles wat jullie kopen wordt duurder en dat is goed voor jullie koopkracht’!
Toegegeven, hij kan gelijk hebben. Maar dat heeft hij niet. Als de lonen namelijk harder stijgen dan de prijzen, dan heeft Trichet gelijk. Immers, iedereen houdt dan netto meer over en gaat er dus op vooruit qua koopkracht.
Dat is echter de theorie. De praktijk toont onomwonden aan dat Trichet, in ieder geval op dit moment, ongelijk heeft. De gemiddelde stijging van de cao-lonen in Nederland, een goede maatstaf voor alle loonstijgingen, bedroeg in 2010 tot nu toe 1,3 procent, aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In de eurozone als geheel stegen de lonen in het derde kwartaal van dit jaar met 1,4 procent blijkt uit de statistieken van de ECB zelf nota bene.
De loonstijgingen in Nederland en de eurozone blijven dus achter de inflatie in de eurozone, Kortom, de Nederlanders en de inwoners van de eurolanden zijn in koopkracht niet vooruit zoals Trichet ons wil doen geloven maar achteruit gegaan. De komende jaren zal de koopkracht verder dalen wanneer, zoals veel economen verwachten, de inflatie flink stijgt, ook in de eurozone.
Net zo vreemd was echter dat niemand Trichet erop aansprak. Dat terwijl de zaal waar de persconferentie werd gehouden tjokvol was met crème de la crème van het financiële journaille van Europa. Zelfs in de commentaren en artikelen die verschijnen naar aanleiding van de vergadering van de ECB rept niemand erover. Terwijl het over zo’n belangrijk onderwerp als de koopkracht van de Europeanen gaat.
Al snel doemt de vraag op: waarom gebeurt dat niet. Ik heb het antwoord niet, ik kan alleen maar gissen. Of de journalisten, allen redacteurs economie, zien dat niet (wat zeer slecht is omdat honderden miljoenen mensen hun mening over onder meer de ECB vormen op basis van hun stukken) of ze zien het wel maar vrezen dat ze daarmee de relatie met de ECB zullen verstoren. Wat het ook is, de lezers van de kranten en weekbladen in Europa zijn er niet mee gebaat. De uitdrukking ‘baat het niet, dan schaadt het niet’, gaat hier niet op. Het baat niet, maar schaadt wel degelijk.
Elk kwartaal verschijnt Trichet ook in het Europees Parlement, voor het kwartaaloverleg met de afgevaardigden. Wie van de Nederlandse europarlementariërs stelt Trichet hier een vraag over?
P.S. En dan heb ik het nog niet eens gehad over het verschil tussen de officiele en de werkelijke inflatiecijfers!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten