De Westerse economieën zijn nog maar net bijgekomen van de diepe recessie in 2009 (de Amerikaanse economie kromp 3,5%, die van de eurozone met 4,2%) of een nieuwe recessie dreigt.
In 2010 begon de economische groei aan te trekken. Dat was niet vreemd, na elke krimp volgt er wel groei. Teleurstellend was echter de kracht van het herstel. De Amerikaanse economie groeide na de recessies uit het verleden met 4 of 5 % en dat voor een paar jaar lang, voordat de groei iets afnam. Met zo een sterke groei was de schade opgelopen in een recessiejaar vaak een jaar later al ruimschoots goedgemaakt.
In de huidige crisis gaat dat niet op. De Amerikaanse economie kromp ook in 2010, met 0,2% (die van de eurozone groeide met 1,8 %). Dit jaar komt de groei in de VS met veel geluk uit op ongeveer 2 %. De economie van de eurozone zal waarschijnlijk dit jaar met ongeveer 1,5% aandikken.
Dat is niet alleen teleurstellend wat het groeipercentage betreft, maar ook omdat de Amerikaanse economie vorig jaar en dit jaar zoals nooit eerder gestimuleerd is uit de fiscale en monetaire hoeken. De Amerikaanse overheid liet het begrotingstekort in 2010 en 2011 oplopen naar het na-oorlogse record terwijl de Fed, de centrale bank, de rente naar bijna 0% verlaagd heeft en honderden miljarden dollars in de economie heeft gepompt.
Alsof de genoemde groei al niet mager genoeg was, ziet het er sterk naar uit dat de groei de komende tijd alweer zal dalen. De groeiramingen worden omlaag bijgesteld, waarbij een recessie (daarvan is sprake wanneer een economie twee kwartalen achtereen krimpt) in de eurozone en de VS haast niet te vermijden is. Prijzen van olie en veel metalen zijn de afgelopen maanden ook behoorlijk gedaald.
Met de gedaalde grondstoffenprijzen en lage en dalende economische groei komt een oude discussie weer op gang: dreigt er deflatie in het Westen?
Het economisch bureau van ING heeft onlangs een rapport gepubliceerd waarin de angst voor inflatie in de toekomst ´idioot´ wordt genoemd. De argumentatie is als volgt.
Toen de Fed, de Amerikaanse centrale bank, vorig jaar besloot honderden miljarden dollars in de Amerikaans economie te pompen, was dat inflationair te noemen, aldus ING, waarbij inflationair onder aanhalingstekens werd geschreven. Kortom, belachelijk gemaakt. Wat zeggen de cijfers? In augustus vorig jaar, toen de Fed de genoemde maatregel aankondigde, bedroeg de inflatie in de VS (gemeten op jaarbasis) 1,1 procent. Een jaar en honderden miljarden dollars aan versgedrukt geld later, liggen de prijzen in de VS 3,8 procent hoger dan een jaar geleden.
De auteur van het rapport erkent dat, maar stelt dat er geen sprake is van een uit de hand gelopen inflatie. Dat is waar. Die uit de hand gelopen inflatie zal er ook niet komen, volgens de auteur. Al die honderden miljarden dollars blijven namelijk hangen bij banken en komen niet in de economie terecht. Pas als dat gebeurt, dreigt er hoge inflatie. Dit is wat ik ook uitgebreid beschreven heb in mijn boek
Het inflatiespook.
ING stelt dat dat geld nooit in de economie zal komen en als dat gebeurt, de centrale banken op tijd op de rem zullen gaan staan. En daar wringt de schoen. Het is hetzelfde als stellen dat dat er nooit meer auto-ongelukken zullen plaatsvinden omdat niemand meer harder dan 100 km/h zal rijden en afstand zal houden van zijn voorganger. En als iemand te dicht bij komt en te hard rijdt, zal die binnen de kortste keren aangehouden worden. Wishful thinking noemen we dat ook.
In Nederland hebben we al voorstellen gehoord dat banken die blijkbaar niet uit zichzelf meer geld willen uitlenen, dan maar verplicht moeten worden dat te doen. Wie zegt dat dat ook in de VS niet zal gebeuren op termijn? Maar nog belangrijker is dat naarmate de tijd verstrijkt, het einde van de huidige crisis dichterbij komt. Vroeg of laat - toegegeven dat kan nog even duren - waait ook deze crisis, net als alle andere, over.
Daarmee komen we op het tweede argument van ING, namelijk dat zodra al dat geld naar de economie vloeit - dus in handen van bedrijven en consumenten komt die het uit gaan geven - de centrale banken onmiddellijk dat geld uit het systeem zullen halen. Bedenk goed dat er in de historie geen enkel voorbeeld bestaat van een centrale bank die dat op tijd heeft gedaan. Geen enkel. Dat heeft een reden.
Wanneer al dat geld naar de economie begint door te sijpelen, staan de centrale banken voor een keuze. Óf ze halen dat geld er onmiddellijk uit of ze doen dat niet. Timing is cruciaal daarbij.
Als ze besluiten het eerste te doen, dan is de kans groot dat de centrale banken dat te vroeg zullen doen. Het gevolg: de economische groei wordt meteen in de kiem gesmoord en de centrale banken storten de economieën terug in een recessie. Kunt u zich voorstellen wat de reactie zal zijn van politici, consumenten en bedrijven dan? Eindelijk klimt de economie uit de crisis en de centrale banken maakt daar bruut een einde aan.
Er is maar één manier om dat risico uit te schakelen en dat is in plaats van te vroeg, te laat in actie komen. ´Te laat´ wil zeggen dat de inflatie moet gaan stijgen voordat de centrale banken maatregelen nemen die inflatie te beteugelen. Maar dan ontstaat er een ander probleem.
In de eerste plaats zal er discussie zijn wanneer in te grijpen. Velen zullen roepen, vooral politici, dat de economische groei weliswaar toeneemt, maar nog steeds pril is. Dus, blijf ervan af!
In de tweede plaats zal er discussie ontstaan of iets meer inflatie echt gevaarlijk is, net als over de inflatievooruitzichten. Bedenk dat een hogere inflatie veel overheden goed uit zou komen omdat inflatie een deel van de gigantische schuldenberg wegwerkt. Oude schulden worden namelijk afbetaald met dollars die minder waard zijn (door de hoge inflatie kunnen al die nieuwe dollars veel minder kopen dan de dollars die de overheid geleend heeft).
Kortom, de politieke druk op de centrale banken - die al groot is - zal veel verder toenemen. Geen probleem, aldus de ING, de centrale banken zijn onafhankelijk.
En dan hebben we het alleen over de rol van de centrale banken in het geheel. Dat de prijzen van voedsel, arbeid, grondstoffen en water vanzelf zullen stijgen door de schaarste op al die gebieden, wordt geheel vergeten. Maar niet in Het inflatiespook.
En dat deflatiegevaar? Dat is reëel op de korte termijn, laat ik daar geen misverstand over laten bestaan. Snel dalende economische groei oefent neerwaartse druk op veel prijzen. Het is heel goed mogelijk dat er hier en daar tijdelijk wat deflatie op kan treden. Maar dat daarmee een nieuwe trend zal beginnen, dat gaat te ver. In de eerste plaats omdat lang niet alle prijzen zullen dalen. Voedsel bijvoorbeeld wordt juist duurder.
Dit betekent ook dat als er lichte deflatie optreedt, die vooral in de officiële cijfers zichtbaar zal zijn. Ik denk dat de gemiddelde consument deflatie niet echt zal ervaren. Zoals gezegd stijgen de voedselprijzen. Of de benzineprijs veel zal dalen valt te betwijfelen en stroom en gas zijn sinds de zomer duurder geworden. Bovendien gaan vanaf januari allerlei kosten die niet meegenomen worden als het inflatiecijfer wordt berekend, zoals energieheffing, premie zorgverzekering, lokale belastingen en zo voorts, veel hoger worden.
Een andere reden waarom we niet bang hoeven te zijn voor langdurige en diepe deflatie, schuilt in het feit dat deflatie dodelijk zou zijn voor dat kleine beetje economische groei die er is. Deflatie zorgt ervoor dat we met zijn allen minder uitgeven. Dat klikt vreemd, immers veel spullen worden goedkoper. Maar als de consument verwacht dat er nog wat van de prijs af zal gaan, wacht hij nog even. Daardoor valt de vraag weg, verlagen bedrijven hun prijzen verder, ziet de consument dat hij gelijk had met zijn verwachting en wacht nog even, bedrijven ontslaan mensen omdat omzetten tegenvallen, daardoor daalt de koopkracht op macro-economisch niveau….kortom al snel is een vicieuze deflatiecirkel een feit. Dit zou dodelijk zijn voor overheidsfinanciën in het Westen.
Een rekenvoorbeeld maakt dat duidelijk. Staatsschuld van een land wordt uitgedrukt in geld en als percentage van het bruto binnenlands product (bbp). Laten we zeggen dat een land het bbp van 100 heeft en ook een staatsschuld van 100 (euro of dollars bijvoorbeeld). Dan is de schuld, in geld uitgedrukt, 100 en ook 100 procent van het bbp. Nu zorgt een langdurige deflatie dat het bbp daalt, naar bijvoorbeeld 95. Dat betekent dat die schuld van 100 dollars of euro, als percentage van het bbp, boven de 100-procent grend uitkomt. Omdat de schulden in het Westen overal zeer hoog zijn, komt de kredietwaardigheid van veel landen in gevaar en gaan de rentes daardoor stijgen.
Maar dat is niet alles. Deflatie zorgt ervoor dat de werkloosheid stijgt en de lonen nauwelijks (er is immers geen inflatie). Voor de overheden betekent dat, dat de uitgaven onverwacht toenemen (bijvoorbeeld aan WW-uitkeringen) en de inkomsten tegenvallen (inkomstenbelasting levert minder op). Daardoor stijgt de schuld ook in geld uitgedrukt van 100 naar 110, waarmee de schuld, als percentage van het bbp, ver boven de grens van 100 procent uitkomt. Zoals gezegd loopt de kredietwaardigheid gevaar waarmee de rente over die almaar hogere schuld op zal lopen.
Daarom zullen de autoriteiten hemel en aarde bewegen om deflatie, en zeker een langdurige periode ervan, te voorkomen. Dat op zijn beurt kan alleen door nog veel meer geld bij te drukken, onder het motto ´we spuiten het huis nat, dan weten we zeker dan het niet uitbrandt.´ De waterschade die daarmee aangericht wordt (inflatie) nemen we voor lief. Enerzijds omdat, zoals gezegd, hogere inflatie de overheden goed uitkomt en anderzijds, omdat de centrale banken weten hoe om te gaan met stijgende inflatie (of ze dat op tijd zullen doen is vers twee, zoals we hebben gezien).
Kortom, voor belegger, spaarder en iedereen die bezorgd is, zou mijn conclusie zijn dat lichte, lokale en tijdelijke deflatie mogelijk is, maar wie naar de komende jaren kijkt, moet volgens mij veel meer bang zijn voor hogere en stijgende inflatie dan een diepe en langdurige periode van deflatie.
Voor een uitgebreide analyse waarom langdurige en/of diepe deflatie niet waarschijnlijk is, verwijs ik naar het hoofdstuk ´Deflatie geen gevaar´ in mijn boek Het inflatiespook.