zondag 21 augustus 2011

Het vlinder-effect van China naar Europa

In de chaostheorie is zoiets als het butterfly effect bekend: een kleine verandering op een plek kan grote gevolgen hebben aan de andere kant van de wereld. Het meest aangehaalde voorbeeld is dat het klappen van de vleugels van vlinders hier (vandaar butterfly effect) ergens anders in de wereld tot een verwoestende storm kan leiden. Dit butterfly effect is ook waar te nemen in onze hedendaagse, sterk geglobaliseerde wereldeconomie.

De afgelopen dagen heeft de Chinese overheid de yuan onverwacht meer bewegingsruimte gegeven. De autoriteiten stonden het een paar dagen op rij toe dat de yuan met een half procent in waarde stijgt. Toegegeven, het is niet veel per dag, maar alles bij elkaar opgeteld wordt het een ander verhaal.

Peking calling

Het ziet er bovendien naar uit dat het bovenstaande geen tijdelijk fenomeen zal zijn. Uit Peking komen berichten, via officiële regimekanalen zoals partijkranten en overheidsdenktanks, die de geesten rijp maken voor een sterkere yuan de komende jaren.

Omdat wij in een sterk geglobaliseerde economie leven, hebben tegenwoordig maatregelen van Peking grote invloed op onze economie en onze welvaart. Dat zal ook nu het geval zijn.

China heeft een lange tijd de yuan maximaal enkele millimeters beweegruimte gegund. Waarom is dat nu veranderd? De belangrijkste reden is de al hoge en verder stijgende inflatie in China (u kon al in april op deze blog lezen dat de inflatie de yuan vrijheid zou verschaffen). De geldontwaarding bedraagt er 6,5 procent. Het ziet er bovendien naar uit dat de inflatie de komende jaren in de wereld verder zal stijgen. Een sterkere yuan zorgt ervoor dat alles wat China invoert, met name olie en andere grondstoffen, goedkoper worden voor de Chinezen.

Koopkracht

Ook zorgt een sterkere munt ervoor dat in China gemaakte spullen voor de Chinezen aantrekkelijker worden vergeleken met geïmporteerde spullen. In een tijd waarin de koopkracht in het Westen daalt door de dalende economische groei, is extra leunen op de binnenlandse economie ook al gunstig voor de groei van de Chinese economie.

Dat China zijn munt toestaat in waarde te stijgen, zal dus gunstig uitpakken voor China. Het effect op het Westen is minder duidelijk.

41 miljard euro

Aan de ene kant is alles wat de groei in opkomende landen zoals China ondersteunt en aanjaagt, goed voor de wereldeconomie en dus het Westen. Daar staat tegenover dat hoe duurder de yuan wordt, hoe duurder de spullen worden die we uit China kopen. En dat is ondertussen heel veel. Alleen al in de eerste vijf maanden van dit jaar besteedde de eurozone 41 miljard euro meer in China dan dat China bij ons gewinkeld heeft.

Daarnaast is er nog een ander effect. De economische groei in China blijft hoog. Aangezien het allemaal sterk industrialiserende landen zijn, blijft de vraag naar grondstoffen daarmee hoog en zal zeer waarschijnlijk de komende jaren veel verder toenemen. Het aanbod van grondstoffen is in veel gevallen daarentegen over zijn piek heen.

Vraag en aanbod

Door de economische groei worden de inwoners van opkomende landen ook almaar welvarender, met alle gevolgen van dien op de vraag naar voedsel. Het aanbod daarvan blijft achter de vraag en is bovendien zeer volatiel, dankzij steeds regelmatig optredende periodes van droogte of overstromingen in belangrijke voedselproducerende landen. Volatiliteit alleen al zorgt voor hogere prijzen, laat staan vraag die het aanbod overstijgt. Doordat de olie duurder wordt, nemen de transportkosten ook al toe.

Duurdere grondstoffen, duurder voedsel en duurdere importen betekenen dat de inflatie in het Westen de komende jaren veel verder kan stijgen. De economische groei daarentegen lijkt jarenlang heel laag te liggen.
Een groot deel van de pre-crisis economische groei is voor een groot deel gebaseerd geweest op geleend geld en die groeimotor valt nu grotendeels weg. Grote problemen met overheidsfinanciën en inflatiegevaar zullen vroeg of laat de rentes omhoog jagen, wat ook al de economische groei afremt.

Stijgende inflatie en lage groei is een funeste combinatie die sinds de jaren zeventig bekend staat als stagflatie. Dat lijkt de economische toekomst van het Westen te zijn dit decennium, ook al groeien de economieën buiten het Westen vrolijk en behoorlijk door.

Tot slot, een herhaling van een stuk uit april dit jaar als herinnering en waarschuwing. ´De dreiging van sociale onrusten (China), toenemende spanningen in met als gevolg het mogelijke uiteenvallen van de eurozone (Europa) en de dollarcrisis (VS) maakt het nu meer dan ooit noodzakelijk de inflatie in een vroeg stadium aan te pakken. De kans is echter groot dat de situatie in de VS en misschien ook in China en Europa eerst erger moet worden voordat er daadkrachtig wordt opgetreden.

Wij kunnen ons dus opmaken voor een oorlog tegen inflatie die de wereld bij voorbaat zal verliezen. Enige hoop is dat het later, wanneer de inflatie de economieën besmet en tot stilstand brengt, de centrale banken alsnog in opstand zullen komen en de inflatie zullen verbannen, zoals Paul Volcker dat deed eind jaren zeventig en begin jaren tachtig. Maar het zal waarschijnlijk nog heel lang duren voordat die opstand begint. ´

Geen opmerkingen:

Een reactie posten