woensdag 22 juni 2011

Inflatie krijgt wind in de rug en niet meer tegen

Kijken naar middellange en lange termijn vind ik interessanter (en uitdagender) dan over economische onderwerpen zoals wisselkoersen, rentes of inflatie iets proberen te zeggen voor de komende maanden. Voor bedrijven zijn de komende maanden natuurlijk belangrijk, maar dat wil niet zeggen dat de middellange termijn onbelangrijk is.

Die middellange en lange termijn (lees dit decennium) was dan ook wat ik voor ogen had toen ik begon aan het schrijven van mijn boek Het inflatiespook. Het is ook wat ik voor ogen had bij het schrijven van het boek ‘De toekomst van de euro’, dat overigens bijna af is.

De opkomst van China is een voorbeeld van een structurele ontwikkeling die gevolgen had, heeft en zal hebben voor de rest van de wereld. Niet in de laatste plaats op het gebied van inflatie.

Mede doordat China eind jaren zeventig besloot mee te doen met de wereldeconomie, is de inflatie in het Westen de afgelopen decennia behoorlijk gedaald. China produceerde steeds meer goederen die wij nodig hadden en in toenemende mate niet meer zelf produceerden, en deed dat bovendien almaar goedkoper en goedkoper.

De consument in het Westen profiteerde daar uiteraard heel lang van. De inflatie daalde wat, in combinatie met stijgende lonen, wonderen deed voor onze koopkracht. Onze centrale banken konden op hun beurt de rentes (zeer) laag houden, wat de aandelenkoersen en huizenprijzen elk jaar verder aanjoeg.

Ik ben ervan overtuigd dat wanneer we eind dit decennium terugkijken naar het begin ervan, we 2010 en 2011 als jaren zullen aanmerken waarin dat uiterst voordelige mechanisme voor het Westen begon te haperen en andere kant op te werken.

Drie decennia van denderende groei eist ook in China zijn tol, in de vorm van een krapper arbeidsmarkt en de daarbijbehorende snellere loonstijgingen (we hebben het over loonsverhogingen van 20, 30 en zelfs tot ruim 60 procent). De economische groei in dat land maar ook de andere opkomende landen, zorgde en zorgt ervoor dat de grondstoffenprijzen en voedselprijzen structureel stijgen (let op, structureel is NIET hetzelfde als ‘alleen maar’. Dalingen, zelfs grote dalingen, zijn van alle tijden, het gaat er juist om voorbij de korte termijn te kijken). En er is geen nieuwe China dat mee zal doen met de wereldeconomie en opnieuw voor dalende inflatie zal zorgen.

Het is niet zo dat al die ontwikkelingen de inflatie bij ons hier zullen aanjagen. Die jagen de inflatie namelijk al enige tijd op. In plaats in toekomstige moeten we voortaan beter praten in tegenwoordige tijd. Het kersverse rapport van De Nederlandsche Bank over de Nederlandse economie is wat dat betreft een uitstekend voorbeeld.

Stijgende lonen en toenemende welvaart in China en andere opkomende landen – en dat zijn slechts twee factoren – gaan de inflatie in ons deel van de wereld de komende jaren aanjagen. Met uiteraard verregaande gevolgen voor beleggers en ondernemers, om maar twee categorieën te noemen.

Het Nederlands bedrijfsleven begint zich steeds vaker te realiseren dat de omgeving waarin het opereert, structureel verandert. Ik krijg steeds vaker vragen en uitnodigingen presentaties te geven over ontwikkelingen zoals inflatie en de gevolgen ervan. Vragen erover en verzoeken kunnen via deze weg gestuurd worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten