zaterdag 10 mei 2014

Kritiek op de EU om de samenwerking te behouden, niet ongedaan te maken



Bijna 25 jaar geleden, toen de Eurovisiesongfestival nog heel wat voorstelde, keken mijn ouders en ik ernaar (Eurovision was elk jaar zeer populair in voormalig Joegoslavië). We keken zeker in 1990: een jaar eerder won Joegoslavië de competitie en mocht in 1990 gastheer spelen. In Zagreb, hoofdstad van wat nu het jongste EU-land Kroatië is, won de Italiaanse inzending Insieme: 1992 (Samen 1992) van Toto Cutugno overweldigend.

Ik moest de laatste tijd vaak aan dat liedje denken, met regels als ‘jij en ik, we hebben dezelfde droom, samen, verenigd Europa’ en ‘met jou, onder dezelfde vlaggen, jij en ik, onder dezelfde hemel, samen, verenig jezelf Europa’. 

Toen, in 1990, kon een zanger punten uit heel Europa krijgen met een liedje dat de Europese samenwerking vierde (hoewel, uit bijna heel Europa, de Britten gaven Cutugno zero points). Tegenwoordig zou hij misschien wel uitgejouwd worden. 25 jaar geleden konden de kijkers thuis niet stemmen, de punten kwamen van de vakjury’s. Maar het feit is wel dat Insieme: 1992 na de Eurovisiesongfestival onder meer in Nederland wekenlang in de top-40 te vinden was. Niet alleen de Nederlandse vakjury maar ook de Nederlander vond het blijkbaar een mooi nummer met een mooie boodschap. Ook in Duitsland, België en zelfs Zwitserland stond het liedje wekenlang in de hitlijsten.
In Nederland zou het nummer anno 2014 waarschijnlijk op weinig animo kunnen rekenen. Europa is niet bepaald een woord dat een positieve associatie oproept en Europese samenwerking al helemaal niet. In dat opzicht in Nederland enorm veranderd.

De financiële verhoudingen tussen Den Haag en Brussel overigens ook. Nederland is al jaren een netto-betaler aan de EU, wat betekent dat we meer afdragen aan ‘Brussel’ dan wat we er direct uit terugkrijgen. In de discussie over Nederland in Europa en Europa in Nederland vergeet men vaak, of nog vaker, weet men het gewoonweg niet, zeker de jongere generaties, dat Nederland tussen 1976 en 1991 netto ontvanger was! We kregen meer geld van de EU dan wat we aan de EU overmaakten.

Het is pas sinds 1991 dat we netto-betaler zijn geworden, maar dat heeft voor een belangrijk deel mee te maken dat we welvarender zijn geworden tussen 1976 en 1991. Deels door het geld van de andere EU-landen dus. Wij kregen elk jaar geld van de EU in de economisch zeer lastige jaren: jaren zeventig waren de jaren van hoge werkloosheid en hoge inflatie. Begin jaren tachtig zat de NL economie in de put. Het Akkoord van Wassenaar (kijk hier als u niet weet wat dat is) kwam er niet voor de leuk maar uit bittere noodzaak: er moest iets radicaal veranderen om de NL economie uit het slop te trekken. In die moeilijke jaren kregen we dus hulp van veel andere EU-landen.

Europese samenwerking kan elk land dat meedoet (grote) voordelen opleveren. Maar dat geldt niet voor élke vorm van Europese samenwerking. Daarom moet er, stevige, kritiek zijn op de Europese Unie. Niet om de klok terug te zetten naar 1951, toen wat nu de EU is werd opgericht, maar juist om de EU te behouden. Die moet dan wel voldoen aan minstens één voorwaarde: het moet een Unie zijn die een meerderheid van de Europese bevolking wil.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten