Deze maand zijn er Europese verkiezingen. Net hebben we 4 en
5 mei achter de rug, de dagen waarop we de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog
eren en de bevrijding vieren. Het project ‘EU’ (Europese Unie) staat onder
vuur. Dat velen kritiek hebben op de EU is goed voorstelbaar. Maar juist in
zulke tijden is het goed terug naar de basis te gaan. Waarom hebben we de EU
ook alweer?
In 1952 richtten Frankrijk, West-Duitsland, Italië en de
Benelux-landen de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) op. Die voorloper
van wat inmiddels de EU is, had één doel: nooit meer oorlog in Europa. Met de productie
van kolen en staal onder gemeenschappelijk bestuur werd oorlog voeren
onmogelijk. Geen kolen en staal betekende immers geen wapens en munitie. Hoe lachwekkend
dat nu mag klinken, in die tijd was vrede in Europa alles behálve
vanzelfsprekend. Slechts zeven jaar eerder woedde nog de Tweede en maar drie
decennia eerder de Eerste Wereldoorlog. De ontevredenheid in Duitsland over
overgavevoorwaarden in 1918 leidde tot de Tweede Wereldoorlog. De ontevredenheid over overgavevoorwaarden uit
1945 was heel goed mogelijk, ware het niet voor die samenwerking.
Europa is heel ver gekomen sinds 1952. Het doel van de EGKS
is bereikt. In ons deel van Europa zwijgen de wapens al decennia. Nogal een
verandering gezien het feit dat in de eeuwen achter ons perioden van 20 jaar
vrede een, sporadische, uitzondering en zeker geen regel waren. Slechts iets
meer dan 20 jaar geleden was Europa ook diep verdeeld. Aan de ene kant vrijheid
en welvaart, aan de andere kant onderdrukking. Aan de ene kant lachten we om de
capriolen die Kwik, Kwek en Kwak, aan de andere kant waren ze onbekend want ze
werden gezien als symbolen van het kapitalisme. Net als Batman of Superman. Aan
de ene kant Olympische Zomerspelen in Barcelona in 1992, aan de andere kant, op
slechts twee uur vliegen van Nederland, moesten mensen de moderne versie van de
Jodenster dragen en waren er Auschwitz-achtige concentratiekampen.
Die tweedeling en andere ellende liggen, gelukkig, achter
ons. Maar niet alleen Europa, ook de wereld is ingrijpend veranderd sinds 1992
en zeker sinds 1952. Samenwerking op veel gebieden in Europa is daardoor geen
keuze maar noodzaak. De mate waarin en op welke gebieden, daarover mag en moet
er discussie zijn. Maar dát de Europese landen samen moeten werken, dat moet
toch buiten kijf staan. Want als iemand
die een oorlog meegemaakt heeft, zeg ik: wees blij dat er zó lang vrede heerst bij
ons dat je het inmiddels als vanzelfsprekend beschouwt. En als iemand die ooit
vrede óók als vanzelfsprekend beschouwde zeg ik: niets is vanzelfsprekend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten