Het is verkiezingstijd en dan, meer dan ooit, roepen
politici en kandidaten heel wat en halen ook uit naar hun tegenstanders. Zo zou
volgens de lijsttrekker van de PvdA de VVD ´de vrije markt alle ruimte´ geven.
Daarmee laat de VVD zien ´geen lessen te hebben getrokken uit de crisis.´
De oplossing is dan blijkbaar minder vrije markt, wat gewoon
een andere manier is om te zeggen ´meer overheid´. Dat kun je goed of slecht
vinden – persoonlijk ben ik voor een kleinere overheid – maar dat is subjectief
en dit stuk gaat daar niet over.
Wel wil ik nader ingaan op de bewering dat alle ruimte die
me aan de vrije markt heeft gegeven de crisis veroorzaakt heeft. Als we
daaronder verstaan dat de financiële sector in loop der tijd allerlei
toezichtregels versoepeld of zelfs afgeschaft zag worden, waardoor de banken zo
een beetje alles konden doen, dan deel ik die mening volledig. Ik voel niet
veel voor veel regels – ik kom uit een land waar de economie centraal werd
geleid en gelooft u mij, het werkt niet, het is níet efficiënt – maar met
betrekking tot de banken weer wel. Waarom? Omdat ze cruciaal zijn in de moderne
economieën. Zonder strenge toezichtregels is de economie voor banken een casino
waar ze alleen maar kunnen winnen. Pakt hun gok goed uit, dan stromen de
winsten binnen en pakt het allemaal onverhoopt verkeerd uit, dan redt de
overheid de banken vanwege de net genoemde cruciale rol. Dat stelsel hoort niet
in mijn ogen.
Maar even terug naar de vrije markten en met name één soort
banken, de centrale banken. Ik houd me al ruim een decennium met de centrale
banken bezig. Centrale banken zijn in de kern een hele vreemde eend in de vrije
markt bijt. Zij bepalen namelijk op een Sovjet-achtige manier, namelijk per
decreet, de prijs van het geld, de rente. Daarmee beïnvloeden ze alle poriën
van de economie!
In de afgelopen decennia vonden we het prima dat van alles
en nog wat geprivatiseerd werd omdat dat efficiënter zou zijn, maar de rente
laten bepalen door de markt, dát moet vreemd genoemd centraal, per decreet
geregeld worden. Overigens, de besturen van de centrale banken die de prijs van
het geld bepalen, bestaan uit mannen en vrouwen (af en toe dan) die nauwelijks
te ontslaan zijn en nauwelijks verantwoording afleggen voor hun daden. Hoe dat
met de democratie te rijmen is, daar ben ik nog steeds niet uit.
Die centrale banken bepalen dus de rente. In de eurozone
gaat de Europese Centrale Bank (ECB) daarover en daarvoor deed in feite de
Duitse Bundesbank dat voor een groot deel van Europa. Een goede stelregel is
dat als de reële rente (dat is de nominale rente, zeg maar de rente die de ECB
vaststelt, verminderd met de inflatie) negatief is, een centrale bank vol gas
geeft, economie hard en uiteindelijk te hard rijdt en na enige tijd uit de
bocht vliegt.
Die korte termijn reële rente is sinds begin jaren negentig
in de eurozone (zeer) negatief. Alleen tussen de zomer van 2006 en begin 2008 is
die licht positief geweest. Gezien de hele geschiedenis ervan zeg ik: dat ging zeer
waarschijnlijk per ongeluk.
Bijna alle economen zijn het
erover eens dat er zich allerlei onevenwichtigheden (denk aan hoge schulden bij
de huishoudens en overheden) opgebouwd hebben in de Westerse economieën in loop
der tijd door de structureel te lage rente. Anders gezegd: structureel te lage
rente is de kern van het probleem waar we nu al ruim vijf jaar mee worstelen. En
die rente wordt bepaald door de centrale banken dus, op een Sovjet-achtige
manier: de vrije markten hebben er niets, maar dan ook helemaal niets, mee te
maken. Vreemd, om dan te roepen dat meer
overheid dé oplossing is.Mijn mening is dat de centrale banken juist onze economieën veel schade toebrengen, wat ik uiteen heb gezet in mijn boek Geldmoord.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten