Professor Sylvester Eijffinger en ik hebben een wisselcolumn in dagblad Metro. Hierbij de column van Eijffinger van vrijdag 9 mei.
Recentelijk heb ik in opdracht van de Europese Parlement de
transparantie van het monetair beleid van de ECB geëvalueerd. Op welke wijze is
de transparantie van het monetaire beleid van de ECB voor de eurozone in het
afgelopen decennium is veranderd? Als het gaat om politieke en economische
transparantie - de mate waarin de politieke voorkeur van de beleidsmakers
bekend is, maar ook de economische data waarop ze hun beleid baseren - dan
scoort de ECB goed. Maar met de procedurele transparantie is het slechter
gesteld dan bij de andere belangrijke centrale banken, zoals het Federal
Reserve System en de Bank of England.
Zo worden notulen over het stemgedrag van
de bestuursleden angstvallig geheim gehouden. Meer openheid over de
stemverdeling van de centrale bankpresidenten zou hun gedrag maar onnodig
beïnvloeden, zo is de redenering van de ECB. Zodra de bestuursleden zich door
de buitenwereld bekeken voelen, zullen de nationale belangen bij het stemmen
zwaarder wegen. Financiële markten willen echter meer inzicht in het monetaire
besluitvormingsproces van de ECB. Hoe schatten de ECB-bestuursleden risico’s op
bijvoorbeeld op deflatie of inflatie in en welk gewicht geven ze eraan? Wat je
nu ziet, is dat de media na elke beslissing gissen hoe de stemverdeling is
geweest. Dat zorgt voor veel onzekerheid op financiële markten.
Daarnaast
moeten centrale banken en dus ook de ECB meer openheid van zaken geven over de
ontwikkeling van de beleidsrente die ze van plan zijn in het komend jaar te
hanteren. In tegenstelling tot de Amerikaanse en Britse centrale banken laat de
ECB na hierover expliciet te communiceren. Grotere onzekerheid omtrent het
monetaire besluitvormingsproces leidt tot hogere risicopremies omdat financiële
markten meer moeite hebben het toekomstige beleid van de centrale bank in te
schatten.
Het is daarom verstandig dat centrale banken sturing aan
marktverwachtingen geven. Hoe beter de sturing van marktverwachtingen, hoe
lager de risicopremies. De ECB communiceert soms alleen met de buitenwereld als
het gaat over de korte rente of geldmarktrente, maar niet over de lange rente
of kapitaalmarktrente. De lange rente is niet alleen afhankelijk van de
risicopremies, maar ook van de inflatieverwachtingen. Financiële markten willen
weten welke inflatie de centrale bank op langere termijn aanvaardbaar vindt. De
ECB moet daarom veel transparanter worden en beter communiceren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten