1,1 procent. Zoveel minder is elke euro die u heeft waard,
vergeleken met het voorjaar vorig jaar. Van inflatie is sprake wanneer de
prijzen stijgen. Dus als de inflatie lager is, betekent dat NIET dat de prijzen
van wat u elke maand koopt, zijn gedaald. Nee, ze zijn alleen minder hard
gestegen. Maar wel GESTEGEN.
In Nederland is de inflatie in oktober vorig jaar enorm
gezakt: lagen de prijzen in de maanden ervoor gemiddeld steeds 3 procent hoger
dan in 2012, in oktober was de stijging slechts 1,6 procent. Zo een daling
mogen we gerust spectaculair noemen.
De reden hiervoor is een puur statistische. De verhoging van
de btw per 1 oktober 2012, van 19 naar 21 procent, is per 1 oktober 2013 uit de
inflatieberekening gevallen. Inflatie is namelijk niets anders dan de maatstaf voor
hoeveel de prijzen veranderd zijn vergeleken met 12 maanden eerder. Dus de
inflatie in september vorig jaar is het verschil tussen de prijzen in die maand
en september 2012. Hetzelfde geldt voor augustus, juli en andere maanden eerder
dat jaar.
Die berekeningen pakken slecht uit: in de prijzen van
september 2013 zat 21 procent btw en in die uit september 2012 slechts 19
procent. Het prijsverschil tussen die twee maanden is daardoor hoog. Maar in de
prijzen van oktober 2012 zat 21 procent btw, net als in oktober 2013. Vandaar dat
het prijsverschil relatief klein is, lees de inflatie veel lager is dan in de
maanden ervoor.
Dat de inflatie in Nederland tegenwoordig 1,1 procent is, is
de reden voor veel kranten juichende headlines op de voorpagina's te plaatsen. Die lage
inflatie is helaas een schrale troost voor de Nederlander. De prijzen blijven namelijk
stijgen, zij het iets minder hard. Nog erger: zij stijgen vanaf een permanent
hoger niveau omdat de genoemde verhoging van de btw in oktober 2012 álle
prijzen PERMANENT heeft verhoogd. Alle prijzen zijn gestegen doordat de
winkeliers meer aan de staat moeten afdragen, en blijven op dat hogere niveau.
Daarmee is 1 procent inflatie van nu erger dan 1 procent inflatie van vóór de
verhoging van de btw.
Die permanente stijging van de prijzen is alles behalve een
statistisch effect; dat is een effect dat u gewoon merkt in uw portemonnee en ziet
op uw loonstrookje.
Nu ik het toch over prijzen in Nederland heb, is het goed in
herinnering te brengen dat Nederland in de wereld het imago van een land van zeer
lage inflatie heeft. Daar mogen we trots op zijn (lage inflatie is veel beter dan hoge inflatie, als hoge inflatie goed was, waren landen zoals Griekenland
of Italië nu de economische grootmachten van Europa en had Duitsland
noodleningen nodig om overeind te blijven).
Bedenk alleen dat ook bij die
internationaal gezien lage inflatie, de koopkracht van de gulden sinds 1980 alleen
al met ca. 40 procent (!) is gedaald. En dan laat ik de jaren zeventig, jaren
van zeer hoge inflatie, nog buiten beschouwing! Nemen we dat decennium mee, dat
is de koopkracht van de gulden door de aanhoudende inflatie meer dan
gehalveerd. Dan kunt u zich voorstellen hoe het met de koopkracht in veel
andere landen vergaan is, zoals Italië, Spanje of Frankrijk bijvoorbeeld.
Onthoud dit – dat ook lage inflatie gewoon betekent dat de
koopkracht van úw euro elk jaar daalt – als u weer eens leest dat onze centrale
bank naar een inflatie van rond de 2 procent elk jaar streeft. Dat betekent dat
aan het einde van dit decennium bijna 15 procent van de koopkracht van uw euro
verdwenen zal zijn. Uiterst treurig, maar voor de Europese Centrale Bank (ECB) zal dat wel de reden
zijn voor een feestje. Mijn vrees is dat de ECB er niet in zal slagen de inflatie
rond de 2 procent te houden en dat de schade voor de koopkracht hoger zal zijn
dan die genoemde 15 procent.
Dat de prijzen zullen stijgen, ik noem dat dat geldmoord
doorgaat, is ongeveer de enige constante in de anders zo voortdurend
veranderende wereld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten