Hoe ga je te werk als je, bijvoorbeeld als een centrale
bankier, een zeer controversieel en gevaarlijk idee wilt promoveren tot
beleid?
Een beproefde methode is om je idee eerst als een
proefballon te lanceren of, nog beter, als een discussieonderwerp op
een academische conferentie. Kun je altijd, mocht dat later nodig zijn, zeggen dat het geen serieus
plan was maar een academische discussie, die niets met beleidsplannen
te maken heeft. Enige tijd laten publiceer je (vage) contouren van dat
plan, het liefst in een wetenschappelijk artikel. Kun je nog steeds
volhouden dat het een academische exercitie is maar ook, gebruik makend
van ronkende formules en verwijzingen naar andere wetenschappelijke
inzichten, betogen dat het niet meer een vaag plan is maar een goed
onderbouwd idee. Je kunt er dus alle kanten mee op.
Je kunt óók altijd ontkennen dat het allemaal stiekem
is gedaan. Hoezo stiekem, we hebben het gewoon gepubliceerd in een vrij
toegankelijk stuk? Dat, behalve collega’s, geen hond die
wetenschappelijke publicaties scant, laat staan leest (vraag me zelfs
oprecht af hoeveel Europeanen weten dat die stukken er zijn en waar ze
te vinden), daar kun jíj toch niets aan doen!?
En weer iets later kun je zelfs roepen dat het ongevaarlijk is, want
het is wetenschappelijk gezien verantwoord (dat je daar zelf voor
gezorgd hebt door het te publiceren, dat vergeten we even). Belangrijk
is ook dat je plannen een zo onschuldig mogelijk klinkende naam hebben.
Dus niet ‘wij gaan begrotingstekorten financieren’ maar wij gaan ‘kwantitatief verruimen’. Niet ‘wij gaan banken op ongekende schaal subsidiëren’ maar we gaan ze ‘lange termijn leningen verstrekken’.
Sinds kort is het de beurt aan iets wat nominal gdp targeting heet.
Proefballon gelanceerd? Check. Onschuldig klinkende naam? Check. Ik
vrees dat niemand slapeloze nachten krijgt bij het horen dat een
centrale bank een doelstelling voor het nominale bbp wil invoeren.
Wetenschappelijk paper erover gepubliceerd in een aan je centrale bank
gelieerde instelling? Check.
De Finse centrale bank – noordelijker kom je niet in de
eurozone – publiceerde onlangs een paper met als titel
'Targeting nominal GDP or prices: Guidance and expectation dynamics',
waarin de auteurs stellen dat nominal gdp targeting in principe prima
is. Overigens, hier komen we nog een belangrijke stap tegen: in alle,
zonder uitzondering, wetenschappelijke papers die de centrale banken
uitgeven, valt al op de eerste bladzijdes, in een voetnoot, dat ‘
any
views expressed are those of the authors and do not necessarily
reflect the views of the... ;vul de naam van de centrale bank hier in’.
Ofwel, ja onze medewerkers schrijven het, ja wij betalen ze ervoor, ja
wij publiceren het, ja er staat ons logo bovenaan maar dit moet je
niet zien als een mening of een visie van onze bank. Ook niet als we
dat als beleid gaan uitvoeren ooit.
De titel van het paper is perfect. Die is namelijk een ideale mix
tussen bekende en onschuldige woorden als targeting en prices, en
economisch-wetenschappelijke mambo-jambo expectattion dynamics. Als 99
procent van diegenen die toevallig op de site zijn gekomen niet wegklikt
na het lezen van de titel, dan zullen ze zeker niet denken ‘wat krijgen we nou?’.
Voor alle zekerheid zet je onder de titel nog even wat keywords op een
rij, om diegenen die dapper genoeg waren het paper misschien te
openen, alsnog weg te jagen met keywords zoals 'adaptive learning',
'monetary policy', 'inflation targeting' en 'zero interest rate lower
bound'. Overigens, ik ben geen collega van de Finse centrale bankiers,
maar ik surf regelmatig op de websites van de centrale banken in de
eurozone om te kijken wat ze zoal publiceren en te zien wat dat is en
dan kom je zulke gevaarlijke ideeën tegen.
Gevaarlijk? Jazeker! Monetaire zaken, dat is voor 99% van de mensen
iets abstracts. En dat is ook het gevaarlijke eraan. Wat is dat
eigenlijk, ‘groei van nominaal bruto binnenlands product’
nastreven? Die deftig klinkende term is uw ergste nachtmerrie. De
centrale bank zou bij dat beleid bijvoorbeeld zeggen dat de som van
economische groei en de inflatie – dat is het nominale bruto
binnenlands product – een aantal jaren gelijk moet zijn aan zeg 5
procent. Dat zou bijvoorbeeld de praktijk legaliseren dat in een jaar
waarin de economie nauwelijks groeit, de centrale bank de prijzen met 5
procent kan aanjagen én gewoon zeggen dat er niets mis mee is! De
nieuwe baas van de Britse centrale bank is er openlijk voorstander van.
Het is overigens niet zijn idee. Bij mijn weten is het ooit bedacht
door economen van…Goldman Sachs. Nu zegt dus ook een centrale
bank uit de eurozone dat er wel wat voor te zeggen is. Dat beleid zou
er dus op neerkomen dat onze centrale bank, die officieel 2 procent
inflatie per jaar het maximum vindt, een veelvoud daarvan mag nastreven
én toch kan zeggen verantwoord bezig te zijn!
In Nederland is er veel te doen om de overdracht van bevoegdheden
van Den Haag naar Brussel. De Tweede Kamer debatteerde er zelfs laatst
nog over. Maar in Brussel heeft Nederland op zijn minst invloed op de
besluitvorming en op enkele gebieden ook (vooralsnog) het vetorecht.
Dat geldt allemaal NIET voor de beslissingen bij de
Europese Centrale Bank in Frankfurt. En die besluiten zijn, zeker op termijn, minstens zo
belangrijk voor ons dagelijks leven – zo niet belangrijker – dan de
besluiten uit Brussel. Dáár zou de Tweede Kamer ook een keer over
moeten praten.