woensdag 14 november 2012

Week van het geld, het verzwegen verhaal



Deze week is het in Nederland niet alleen de week van de tweede regeerakkoord geweest, maar ook van het geld. Gedurende die Week van hetGeld ‘kom je alles te weten over geld’ aldus de organisatie van die week. Door het hele land zijn er tal van activiteiten georganiseerd, vooral gericht op scholieren en jongeren. Zo is er bijvoorbeeld een interactieve belevenis bij De Nederlandsche Bank (DNB) en kan men in het Geldmuseum alles ontdekken over hoe de munten worden gemaakt en hoe het geld uit de machine rolt. 

De kans is groot dat de jongeren en scholieren een heleboel mooie, interactieve, verhalen te horen krijgen, een leuke middag zullen beleven en tevreden naar huis zullen gaan. Dat zou heel anders zijn als ze ook het verzwegen verhaal zouden meekrijgen. Dat verzwegen verhaal is het verhaal over de waarde van ons geld. Anders gezegd, het is het verhaal over de ontwikkeling van de koopkracht, een zeer actueel onderwerp, in loop der tijd. 

Koopkracht

Nederland is een van de weinige landen waar er cijfers bestaan over ontwikkeling van inflatie die eeuwen terug gaan. Dankzij het in Amsterdam gevestigde Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis weten we hoe de koopkracht van de gulden zich ontwikkeld heeft sinds 1450. Uit die gegevens blijkt dat de koopkracht van de gulden in 1913 ongeveer gelijk was aan de koopkracht van de munt in 1625. 

Een index die de ontwikkeling van de koopkracht weergeeft stond bijvoorbeeld in het jaar 1625 op 54 punten. In 1725 is die geklommen naar 62 punten. Honderd jaar later, in 1825, is de index te vinden op hetzelfde niveau van 62 punten. En bijna weer een eeuw later, in 1913 is die te vinden op 63 punten. Als de index stijgt, dan betekent dat dat de prijzen stijgen. 

De stijging van de index die de koopkracht weergeeft, tussen 1625 tot 1913 betekent dat de inflatie over die bijna 300 jaar ongeveer 15 procent bedroeg. Dat komt neer op zo’n 0,1 procent inflatie per jaar gemiddeld. Ter vergelijking: in moderne tijden vinden we jaarlijkse prijsstijgingen van 2 procent erg goed nieuws. De prijzen zijn in de afgelopen paar jaar alleen al met ruim 15 procent geklommen.

Spectaculair mislukt

Dit betekent niet dat er vóór 1900 geen inflatie was. In sommige periodes stegen de prijzen redelijk snel en als gevolg zakte de koopkracht. Het verschil met de moderne tijden is echter dat elke keer nadat de prijzen stegen, zij net zo hard gingen dalen waardoor de gemiddelde inflatie zo goed als 0 procent kon zijn door de eeuwen heen.  Vanaf het begin van de 20ste eeuw verandert dit allemaal ingrijpend. Niet alleen in Nederland maar de hele wereld. De 20ste eeuw is ook de eeuw van de centrale banken: geld dat gekoppeld was aan bijvoorbeeld goud, werd losgekoppeld daarvan en verbonden aan het vertrouwen in de centrale banken dat ze de waarde van ons geld zullen waarborgen. Dat is echter spectaculair mislukt. 

De index die de koopkracht van de gulden weergeeft, die zoals gesteld tussen 1625 en 1913 nauwelijks was gestegen, was in 1918 al te vinden op 102 punten. Zelfs tijdens de Grote Depressie en de aanhoudende prijsdalingen toen, is de index nergens in de buurt van het niveau uit 1913 gekomen. Inmiddels staat de index op bijna 1400 punten.

In plaats van tentoonstellingen over ons geld en ongetwijfeld indrukwekkende verhalen over hoe munten geslagen worden tijdens de Week van het Geld, zouden de scholieren en andere geïnteresseerden het verzwegen verhaal over de waarde van ons geld door de eeuwen heen moeten krijgen, met de grafiek van de ontwikkeling van de koopkracht van de gulden sinds 1450 als hand-out voor de reis richting huis.

5 opmerkingen:

  1. Waarschijnlijk bent u zelf nog nooit bij DNB langs geweest voor een rondleiding Geld en je leven! Het inflatiemonster was namelijk best wel indrukwekkend... zowel voor volwassenen als de kinderen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. zeker geweest en is een aanrader! Gaat mij nu over voorlichting voor scholieren etc, over waarde geld maar geen woord over ontwikkeling van de waarde van ons geld in loop der tijd.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ik heb uw boek 'Het inflatiespook' met plezier gelezen. Er is nog wel een vraag waar ik nog mee zit m.b.t. de ECB rente en de koppeling met andere rentes. In uw boek onderbouwt u dat de ECB rente niet alleen nu laag is, maar dat ook zal blijven zelfs wanneer de inflatie flink toeslaat, omdat allerlei landen anders in de problemen zouden komen (uit noodzaak). Een manier om dat te rechtvaardigen is (zoals uit deze post blijkt) om de werkelijke inflatie te downplayen.

    Andere rentes zoals hypotheekrentes zullen wel stijgen, waardoor u aanraadt dit vast te zetten. Mijn vraag nu is: wat is de verwachting voor hypotheken die aan de euribor gekoppeld zijn? De euribor volgt meestal de ECB rente. Ik zou dan verwachten dat wanneer de ECB ook onder hoge inflatie de rente toch laag blijft houden, dat dan ook deze euribor gekoppelde hypotheken een lage rente houden. Of verwacht u dat de euribor een grotere afwijking gaat krijgen t.o.v. de ECB rente wanneer de inflatie hoog wordt?

    BeantwoordenVerwijderen