De afgelopen dagen is Mario Draghi, President van de
Europese Centrale bank (ECB) vaker in het nieuws geweest.
Een van die voorvallen is de opmerking van Draghi na de
vergadering van de ECB in november dat de inflatie dit jaar boven de 2 procent
zal blijven maar in 2013 terug zal vallen onder de grens van 2 procent. Zijn
opmerkingen hebben sommige analisten, die vaak inflatievrees ongegrond (netjes
uitgedrukt) of dom vinden, gebruikt als hét argument dat inflatiegevaar
overdreven is.
Zijn de voorspellingen van de ECB voldoende goed om daarop
af te gaan en zich dus géén zorgen te maken over stijgende inflatie? Om dat na
te gaan, kijken we naar de voorspellingen van de ECB over inflatie van de
afgelopen jaren.
Niets aan de hand
De ECB maakt vier keer per jaar, in maart, juni, september
en december, voorspellingen over onder meer inflatie openbaar. De economen van de bank doen voorspellingen voor het lopende jaar en een jaar later. Dus in maart 2007
voorspelde de ECB hoe hoog de inflatie zou zijn in dat jaar en in 2008.
Draghi stelde onlangs dat we niet bang hoeven te zijn voor
nog meer geldontwaarding in 2013. Dit is dezelfde ECB die ons in loop van 2011
keer op keer op het hart drukte rustig te slapen. De inflatie in 2012 zou zo
een 1,6 á 1,7 procent bedragen. In werkelijkheid lag de inflatie sinds het
begin van dit jaar op zo een 2,5 procent.
Dat oogt misschien niet veel, maar
dat is hetzelfde als dat iemand vanuit Utrecht naar Amsterdam rijdt en eindigt
in Lelystad. Niet al te beste navigator dus. Anders gezegd: de ECB zat vorig
jaar met de voorspelling voor de inflatie voor 2012 bijna 60 procent ernaast.
Geen uitzondering
En die misser is helaas geen uitzondering. De ECB blijkt er
keer op keer fors naast te zitten. In bijna alle gevallen voorspelde de ECB een
aanzienlijk lagere inflatie dan dat de prijzen werkelijk zijn stegen.
In 2007 voorspelde de ECB in maart, juni en september geldontwaarding
van zo’n 2 procent voor 2008. In december van 2007 bedroeg de voorspelling 2,5
procent. In werkelijkheid stegen de prijzen in de eurozone in 2008 met 3,3
procent, blijkt uit de cijfers van Eurostat, het Europese bureau voor de statistiek. Wederom een behoorlijke misser.
In 2008 waarschuwde de centrale bank voor ruim 2 procent
geldontwaarding in 2009. In werkelijkheid stegen de prijzen met 0,3 procent.
Toegegeven, in september van dat jaar viel de Amerikaanse bank Lehman Brothers,
iets wat een krachtige aardbeving voor de Westerse economieën bleek te zijn. Niemand
en dus ook de ECB, kon zo iets voorzien, dus geen wonder dat de bank er in dat
jaar fors naast zat.
Oeps, weer ernaast
In 2009 hield de ECB ons een lange tijd voor dat de inflatie
in 2010 maar 1 procent zou bedragen. Later dat jaar krikte de bank die
voorspelling naar 1,3 procent. De inflatie in 2010 was 1,6 procent. Een kleine
misser dus, nauwelijks iets om de ECB zwaar aan te rekenen.
In 2010 ging het echter wel weer ouderwets goed mis. De
koopkracht van onze euro’s zou in 2011 met 1,5 procent (voorspelling maart) of
1,8 procent (voorspelling december) dalen. In werkelijkheid zakte de koopkracht
met 2,7 procent, bijna het dubbele ten opzichte van de verwachting in maart.
Conclusie is dat de ECB er bijna altijd
behoorlijk naast zit met zijn inflatievoorspellingen en dat de bank bijna
altijd de inflatie (zwaar) onderschat. Met die feiten in het achterhoofd, is
het wellicht niet verstandig te roepen, of rustig te slapen, dat de prijzen volgend jaar maar een heel
klein beetje zullen stijgen in de eurozone. Zeker niet als het sterkste argument luidt: ‘Signore Draghi
zegt dat’.
vraagje: zijn je inflatie getallen aangepast voor de btw stijgingen? Anders lijkt het erg op onwetende bangmakerij.
BeantwoordenVerwijderenbtw verhogingen hebben een eenmalig effect. Hier gaat het over de eurozoneinflatie. Aangezien verschillende landen op verschillende momenten hun btw verhoogd hebben, is het effect heel klein. Bijvoorbeeld: het effect van de verhoging van de Duitse btw van 16 naar 19%, voor de crisis nog, voor de inflatie in de eurozone bedroeg, afgerond, 0,2%.
BeantwoordenVerwijderen