Hoewel de kans groot is dat de euro de huidige crisis zal overleven, staat de euro pas ná deze crisis wellicht nog meer te wachten.
De euro is onomkeerbaar en het is absurd te verwachten dat de euro
zal verdwijnen. Dit zijn de vaakst gehoorde argumenten waarom de euro de
huidige crisis zal overleven en voor eeuwig zal zijn. Wanneer
verschillende Europese beleidsmakers stellen dat het ergste van de
huidige economische crisis achter de rug is, zeggen ze daarmee in feite
dat de euro het ergste achter de rug heeft.
Maar waarom zou de euro onomkeerbaar zijn? Alleen omdat de munt
ingevoerd is? En was het in bijvoorbeeld de jaren tachtig niet minstens
even absurd te verwachten dat zoveel Europese landen, tot voor kort
elkaars aartsvijanden, een gemeenschappelijke munt zullen delen?
Afgezien van het feit dat de euro natuurlijk niet onomkeerbaar is en dat
dat niet absurd is, lijkt het er ook sterk op dat het ergste van de
crisis nog lang niet voorbij is.
De economische crisis waar vooral het Westen in zit, is geen gewone
crisis. Het is veel eerder te zien als een trendbreuk in de
(economische) geschiedenis. De periode van aanhoudend hoge groei,
periode die ik in mijn boek Geldmoord 'het tijdperk van het Grote Lenen'
noem omdat een groot deel van de groei stoelde op almaar meer lenen en
uitgeven, is namelijk in ieder geval voor een lange tijd, voorbij. De
huidige crisis markeert de overgang naar een nieuw tijdperk. Dát is de
diagnose. Deze diagnose betekent een behoorlijke verandering van de
economische maar ook politieke omgeving.
Wij moeten accepteren dat het
Grote Lenen voorbij is en dat het tijdperk van het aflossen van schulden
begint. Aangezien op grote schaal lenen voor een groot deel van de
economische groei zorgde in de decennia vóór 2008, betekent dat dat we
moeten accepteren dat de economische groei op zijn minst de komende
jaren zeer laag zal zijn, met constant recessiegevaar. En die zeer lage
economische groei zal onder meer grote gevolgen hebben voor
overheidsfinanciën. Iets wat op zijn beurt inhoudt dat de overheden
verder de broekriem zullen moeten aanhalen en/of lasten zullen verhogen,
met als gevolg nog meer neerwaartse druk op de groei.
Hier komt nog
iets bij. De huidige crisis is ontstaan in de financiële sector. Uit het
verleden weten we dat zulke crises langer duren dan een normale crisis,
gemiddeld zo een tien jaar. Dit komt erop neer dat de kans groot is dat
we nog een lange crisisweg te gaan hebben.
Zo bezien moet de tijd nog uitwijzen of de euro de huidige crisis
overleeft. Maar hoe relevant die ook is, dé vraag is níet of de euro
deze crisis zal overleven. Ook al vergaat de munt niet op de kliffen in
deze woelige wateren, dat zal niet betekenen dat de munt voorgoed in een
veilige haven is. De reden is dat een groot deel van de problemen die
de euro heeft, structureel zijn; de huidige crisis heeft die alleen
blootgelegd, zeker niet veroorzaakt.
En de kern van die vele structurele problemen die de euro plagen,
zoals het gebrek aan een begrotings- of politieke unie, is het ontbreken
van een economisch model dat álle eurolanden uit zichzelf omarmen. Op
dit moment zijn er twee economische modellen in de eurozone. Kort door
de bocht is er het noorden van de muntunie met zijn traditie gericht op
lage inflatie, een sterke munt, hervormingen en gezonde
overheidsfinanciën. Het tweede model, van het zuidelijk deel, waarbij
Frankrijk tot het zuiden gerekend wordt, vindt redelijk hoge inflatie
niet al te erg en in ieder geval niets vreemds, ziet een zwakke munt als
goed want goed voor de concurrentiepositie, behoudt graag status quo
(hervormingen zijn niet nodig of meer concurrerend te worden, daar zorgt de
muntdepreciatie wel voor), is niet te streng met betrekking tot
overheidsfinanciën en beschouwt muntdevaluatie als hét middel tegen alle
economische kwalen. Deze twee modellen staan lijnrecht tegenover
elkaar.
De Europese Monetaire Unie wordt regelmatig omschreven als het
grootste monetaire experiment ooit. Om dat experiment succes te laten
worden moeten de eurolanden de twee genoemde, totaal tegengestelde
modellen, samen laten smelten in één model óf een van die twee
promoveren tot het gemeenschappelijke model. Het goede nieuws is dus dat
de euro niet per definitie gedoemd is. Samen laten smelten van zulke
uiteenlopende visies is echter onmogelijk. Blijft over het promoveren
van een van de twee, ofwel; óf het noorden moet het zuidelijk model
omarmen óf het zuiden moet dat met de noordelijke economische visie
doen.
De kans is groter dat de Fransen het Duits als voertaal zullen
kiezen dan dat dat gebeurt. Gezien de stemming onder de inwoners én
politici van de eurolanden, is er helemaal niets wat erop wijst dat de
zuiderlingen het noordelijk model aantrekkelijk (willen) vinden of
andersom. Sterker nog, de spanningen tussen twee blokken binnen de
eurozone zijn alleen maar opgelopen en blijven oplopen.
Met slechte
groeivooruitzichten, en dus de stijgende kans dat er meer zwakke
eurolanden zullen zijn en landen die overeind gehouden moeten worden
door vooral het noorden, is het reële gevaar dat die spanningen de
komende jaren verder zullen oplopen. Dat is nu al zichtbaar tussen
politici maar zeker ook in de enige echte Europese instelling, de
Europese Centrale Bank. Daarmee is Europa in een uiterst gevaarlijke
maar moeilijk te doorbreken vicieuze cirkel aangekomen waarin verder
toenemende spanningen de toch al kleine kans op het vormen van een
gezamenlijke economische visie, almaar kleiner wordt.
Er is, in politiek opzicht, te veel geïnvesteerd in de euro om dat
project zomaar op te geven. Dit betekent dat de kans zeer groot is dat
de euro de huidige crisis zal overleven. Maar de munt zal zijn Waterloo
pas ná de crisis tegenkomen.