Inflatie en beleggen zijn onlosmakelijk met elkaar
verbonden. Een lange tijd was inflatie als onderwerp nergens op de radarscherm
van beleggers te zien. De laatste tijd verandert dat. Een behoorlijke groep
economen en analisten waarschuwt voor het gevaar van hoge inflatie in de
toekomst.
Een bijna automatische reactie bij veel beleggers is ‘laat
die inflatie maar komen’. Reden: inflatie(gevaar) zou goed zijn voor
aandelenkoersen. Vreemd is dit niet.
Immers, als inflatie veroorzaakt wordt doordat de centrale
banken de economieën overspoelen met geld, is de kans groot dat een deel van
dat geld naar, of eerst, de financiële markten vloeit. Daar zorgt die geldgolf
voor stijgende vraag naar aandelen. Dat op zijn beurt leidt bijna altijd tot
koersstijgingen.
Geldgolf
Toch is die initiële en vaak gehoorde reactie kortzichtig. In
de eerste plaats omdat het effect van zo een geldgolf tijdelijk is. Vergelijk het
met een hoge golf op zee die richting het land snelt. Alle bootjes voor de kust
worden in eerste instantie opgetild, alleen om iets later hard tegen de grond
gesmeten te worden.
Maar goed, dit betekent in ieder geval dat een geldgolf in
eerste instantie gunstig is voor beleggers. Voorbij de korte termijn verandert
het beeld dramatisch.
Werpen we een blik op de grafiek van bijvoorbeeld de Dow Jones
Industrial Average index (zie onder dit stuk) sinds het begin van de vorige eeuw, dan zien we dat
het rendement tussen 1945 en 1965 ruim 500 procent bedroeg. Sinds 1981 leverde
een mandje DJIA-aandelen ruwweg 1.500 procent rendement op.
Voorzichtig
Zoals ik uitvoerig behandel in Geldmoord, is die periode
tevens de periode van aanhoudende inflatie. De jaren van prijsdalingen zijn op
de vingers van één hand te tellen en áls de prijzen daalden, was dat zeer, zeer
bescheiden. Conclusie: inflatie is prima voor aandelenbeleggers.
De gemiddelde inflatie bedroeg de afgelopen decennia
gemiddeld tussen 2 en 3 procent per
jaar. Dat zijn inflatiepercentages waar het Westen ook nu mee te maken heeft.
Waar velen voor waarschuwen is echter aanzienlijk hogere inflatie, van 5
procent of iets meer.
Dát zou geen belegger moeten wensen! Want in diezelfde
grafiek van DJIA zien we duidelijk één lange periode waarin een belegger in
aandelen alles behalve blij moet zijn geweest. Het gaat om de jaren tussen ca.
1966 en ca. 1982. Per saldo leverde het beleggen in DJIA niets op.
Niet toevallig is dat de periode waarin de inflatie begon te
stijgen, nadat de Fed eerst sinds begin jaren zestig een geldgolf ontketende.
In de jaren zeventig liep het volledig uit de hand, ómdat de Fed de geldgroei
opvoerde naar ruim 16 procent begin jaren zeventig. Dat hele decennium groeide
de geldhoeveelheid in de VS elk jaar met minimaal 7,5 procent.
Het oude cliché ‘wees voorzichtig met wat je wenst’ is van
toepassing op beleggers die hopen op een periode van stijgende inflatie.
Dow Jones Industrial Average
Geen opmerkingen:
Een reactie posten