Het is de laatste tijd schering en inslag. Ik heb het over de vele Europese politici
en beleidsmakers die roepen dat het ergste van de crisis voorbij is. Ik snap
heel goed dat ze dat zeggen.
Ten eerste, de laatste tijd zijn er tekenen die in
die richting wijzen. De rentes van Spanje en Italië zijn behoorlijk gedaald, om
maar wat te noemen. De euro, de munt die op de intensive care ligt, wordt met de
dag sterker en sterker ten opzichte van de dollar (het duurde niet lang voordat
er politici opstonden die te melden hadden dat de euro té sterk werd). Ten
tweede is het natuurlijk zo dat positief nieuws nou eenmaal beter valt bij het electoraat
dat bezuinigingsmoe is.
Het Grote Lenen
Maar is het wel reëel? In mijn ogen niet. In mijn ogen is de
periode die ik het Grote Lenen noem (begonnen in 1971, zie ook de grafiek onder dit stuk), voorbij.
Dat is een behoorlijke verandering van de economische maar ook politieke
omgeving – waaraan ik veel aandacht besteed in Geldmoord – een verandering die
veel meer gevolgen zal hebben dan een jaar diepe recessie (2009) en enkele
jaren van lage groei of milde recessie.
Wij moeten accepteren dat het Grote Lenen voorbij is en dat
het tijdperk van het aflossen van schulden begint. Aangezien op grote schaal
lenen voor een groot deel van de economische groei zorgde in de decennia vóór
2008, betekent dat dat we moeten accepteren dat de economische groei op zijn
minst de komende jaren zeer laag zal zijn, met constant recessiegevaar. Persoonlijk
verwacht ik ook hoge inflatie in de toekomst.
En die zeer lage economische groei heeft onder meer heel wat
gevolgen voor overheidsfinanciën. Anders gezegd: de overheden in het Westen
moeten accepteren dat ze hun uitgaven structureel en behoorlijk moeten terugschroeven,
wat weer betekent dat grote groepen in de samenleving geraakt zullen worden.
Verergeren
Zolang we dus niet accepteren dat een uitzonderlijke
economische periode – want dat is de periode sinds 1971 wel – zijn we gedoemd
maatregelen te nemen die de crisis eerder zullen verdiepen dan oplossen. Een
goed voorbeeld is het opkopen van staatsobligaties door de centrale banken en
verder ophopen van schulden bij de overheden.
Dus is het ergste achter de rug? Is de crisis bijna voorbij?
Hoewel het, zoals gezegd, heel goed te begrijpen is waarom veel politici en
beleidsmakers dat vertellen, is de werkelijkheid veel eerder dat de crisis
eigenlijk pas begonnen is.