Het kon eigenlijk niet uitblijven, dat het Internationaal
Monetair Fonds (IMF) als de ‘oplossing’ voor de crisis in de eurozone, hogereinflatie zou voorstellen. Immers, een voormalig hoofdeconoom van het IMF,
Kenneth Rogoff, pleit daar al enige tijd voor, net als de huidige hoofdeconoom,
de Fransman Olivier Blanchard.
Ook in Nederland zien veel economen, analisten en anderen
die zich met de crisis bezig houden, de oplossing in meer inflatie, het liefst
in combinatie met meer overheidsstimulering en zeker geen bezuinigingen. Dit is
hetzelfde als een drugsverslaafde die van zijn verslaving af wil, adviseren per
ommegaande een dubbele dosis in te nemen en meteen erna een fles whisky leeg te
drinken.
Damned if it works, damned if it don't work
Iedereen die meer inflatie en geen bezuinigingen bepleit,
negeert een paar ongelegen waarheden, om met Al Gore te spreken.
In de eerste
plaats is er de vraag wat er moet gebeuren als enkele jaren van 4 of 5 procent
inflatie geen gewenst effect blijkt te hebben. Grote kans dat het advies dan
zal luiden de periode te verlengen of voor nog iets meer inflatie te gaan.
Maar
ook als het zou werken, namelijk als de schulden licht verlaagd zouden worden,
wie garandeert ons dat de overheden niet nog meer inflatie zouden willen.
Immers, als enkele jaren van 4 procent inflatie de schuld iets verlichten, stel
je voor wat enkele jaren van 6 procent inflatie aan voordeel zouden opleveren!
Met andere woorden, dé vraag is: waar ligt de grens? Het probleem is dat elk
antwoord op die vraag van het IMF en de overheden bij voorbaat ongeloofwaardig
is.
Kwikzilver
In de tweede plaats wordt in de voorstellen om gedurende
enkele jaren hogere inflatie toe te staan, gedaan alsof de overheden en de
centrale banken de inflatie perfect kunnen sturen. Iemand die ook maar
enigszins weet hoe een centrale bank werkt, weet dat geen centrale bank een
regelaar in huis heeft waarmee ze het gewenste inflatiepercentage kan
vaststellen en de inflatie daarop kan houden of naar believen omlaag of omhoog kan
zetten.
Een centrale bank die de inflatie gaat aanjagen, kan niet weten de
geldontwaarding zal stoppen. Inflatie is namelijk het beste te vergelijken met
kwikzilver: behalve dat die uiterst giftig is, is die, eenmaal vrijgekomen,
nauwelijks op te pakken.
Uit de historie weten we dat de inflatie, als die circa 4
of 5 procent bedraagt, eigen leven gaat leiden. Dit omdat werkgevers,
werknemers en beleggers ermee rekening gaat houden dat de inflatie elk jaar zo
hoog zal zijn. Daarom zijn de inflatieverwachtingen cruciaal, als die oplopen
volgt de werkelijke inflatie vrij snel.
Zorgwekkend is dat de
inflatieverwachtingen de laatste tijd toch al behoorlijk opgelopen zijn, door
de aankondiging van de derde ronde van kwantitatieve verruiming door de Fed en
plannen van de ECB om onbeperkt staatsobligaties op te kopen. Daarom kan de
gestegen inflatie alleen terug in het hok gestopt worden door forse
renteverhogingen die echter tegelijkertijd de economische groei om zeep helpen.
Bezuinigingen
Ten aanzien van bezuinigingen, stellen veel economen en
analisten dat nu niet het juiste moment is daarvoor omdat de economische groei
laag is en de werkloosheid stijgt. Bezuinigen is uiteraard niet iets wat een
overheid graag doet. Er kan echter een situatie ontstaan waarin bezuinigen geen
alternatief heeft. Dat moment beleven de Westerse landen tegenwoordig.
De staatsschulden zijn in zo goed als alle Westerse landen
óf al veel te hoog óf hard op weg naar dat niveau, dat ongeveer op 90 procent
van de totale economie ligt. Dat Nederland een staatsschuld van ca. 70 procent
kent, is een schrale troost. Die schuld is nu nog te dragen doordat de rente die de
Staat betaalt om geld te lenen, historisch laag is. Als de rente zou stijgen, want
bij een hogere inflatie zal gebeuren omdat beleggers compensatie eisen
daarvoor, komt ook Nederland in een mum van tijd in grote problemen met zijn
staatsschuld.
Diegenen die tegen bezuinigingen zijn, gebruiken als argument
dat bezuinigen de economische groei op de korte termijn omlaag drukt. Dat is
ontegenzeggelijk waar. Maar bezuinigingen hebben ook effecten op de middellange
en lange termijn. Een van die effecten is het zogeheten vertrouwenseffect:
vertrouwen dat een land serieus zijn problemen aanpakt, geeft vertrouwen in de
toekomst van dat land.
Economen en analisten die bezuinigingen afkeuren, kijken
blijkbaar niet verder dan tot zomer 2013. Dat is zo mogelijk nog absurder dan
het advies aan drugsverslaafde die van zijn verslaving af wil, voortaan een
dubbele dosis te nemen en die na te spoelen met veel alcohol.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten