Laat ik maar beginnen met een disclaimer: ik ben een voorstander
van samenwerking in Europa. Ik ben ook een voorstander van een gezamenlijke
munt in Europa. Met betrekking tot die samenwerking geldt in mijn optiek dat er
een optimum is, met andere woorden meer is niet beter. Met betrekking tot een
gezamenlijke munt geldt voor mij dat het cruciaal is dat er alleen landen aan
meedoen die er klaar voor zijn. Op den duur geldt hoe meer landen, hoe beter
maar streven naar kwantiteit moet altijd het streven naar kwaliteit voor zich
laten gaan. Om bij het tweede aspect, een gezamenlijke munt, te blijven: ik ben
vóór een gezamenlijke munt in Europa maar de euro is niet zo een munt. Zo, nu
kunnen we verder.
Deflatie is ongewenst omdat dan de schulden zwaarder gaan
wegen. Vraag het een willekeurige econoom, centrale bankier of zelfs een leek waarom
deflatie slecht is en dat is het antwoord dat u zult krijgen. Zo vaak wordt dat
argument genoemd dat zelfs leken het nu wel weten.
Ik vind het toch een rare conclusie. Deflatie, ofwel dalende
prijzen, wordt gepresenteerd als een overstroming, aardbeving en epidemie
tegelijkertijd omdat overheden en huishoudens enorme schulden hebben. Het is
alsof je gaspedaal in de auto de schuld zou geven van de vele ongelukken op de
Europese wegen terwijl het toch de bestuurders zijn die de ongelukken
veroorzaken.
Die torenhoge schulden, dát is het probleem, níet de dalende
prijzen. De werkelijkheid is echter dat politici en centrale bankiers dalende
prijzen als het ergste wat ons kan overkomen, presenteren. Geen wonder, want
het zijn dezelfde mensen die willen dat we nog meer schulden aangaan want dat
zou de weg uit de crisis zijn!
Het is vervolgens een kleine stap naar pleiten voor hogere
prijzen van zo een beetje alles. Immers, als je dalende prijzen als het einde
van de wereld neerzet, dan moet je ervoor zorgen dat de prijzen gaan stijgen,
het liefst behoorlijk, om er zeker van te zijn dat je niet in deflatiezone
terecht komt.
Je kunt nu zeggen: het zou fijn zijn als alles waar we geld
aan uitgeven goedkoper wordt, maar gezien die hoge schulden, ook bij
huishoudens, toch maar liever niet. Sterker nog, wat meer inflatie komt dan
eigenlijk beter uit in de eurozone. In de eurozone, als geheel, misschien, wel.
en ook dan tijdelijk want hoge inflatie heeft nooit een land rijker maar wel
altijd armer gemaakt, wel. Er is wel één uitzondering in die muntunie:
Nederland.
In tegenstelling tot de Italianen, Spanjaarden, Portugezen,
Fransen en andere europartners, hebben wij in Nederland per saldo geen schulden
maar juist een spaaroverschot. Tellen we al ons spaargeld bij elkaar – denk aan
pensioengelden! – en effecten en halen we daar álle leningen van af, dus óók
onze hypotheekschuld, dan blijft er 1.051 miljard euro over.
Dit betekent dat wat voor élk ander euroland wenselijk is,
namelijk hoge inflatie, voor Nederland juist het laatste is wat we nodig
hebben! Wat voor elk ander euroland niet erg is, namelijk zeer lage rente die
de Europese Centrale Bank (ECB) vaststelt (en die belooft die rente nog heel
lang zeer laag te houden) is voor Nederland niets anders dan een transferunie,
ook al maken we vanaf nu geen cent meer over voor het overeind houden van
landen zoals Griekenland. Als die lage rente zou de economische groei in de
eurozone zou aanjagen, zou het nog te accepteren zijn. Maar dat gebeurt niet,
al jaren!
Je vraagt je af hoe lang dat het geval moet zijn voordat de ECB
concludeert dat die aanpak niet werkt. Althans, niet als we het over
economische groei aanjagen als doel hebben. Als het doel is de overheden van de
eurolanden relatief lage rentelasten te bezorgen, dan is het een overweldigend
succes. Althans, voor élk eurolanden behálve voor Nederland. Want elke maand
van zeer lage ECB-rente zorgt ervoor dat onze pensioenfondsen lage
dekkingsgraden blijven hebben en jaar in jaar uit onze pensioenaanspraken niet kunnen
aanpassen aan de inflatie. Dat levert een gezamenlijk verlies van miljarden
euro’s en later, als we met pensioen gaan, minder geld dan we anders hadden
gehad.
Nederland als lid van de eurozone kan daar niets aan doen.
Het bestuur van de ECB bepaalt de rente. Dat bestuur bestaat uit zes door de
EU-staatshoofden en regeringsleiders benoemde personen aangevuld met de
Presidenten van de centrale banken van alle eurolanden. De President van DNB
zit er dus ook in. Alleen worden besluiten in dat bestuur genomen door te
stemmen waarbij het principe ‘een man/vrouw, één stem’ geldt. Aangezien
langdurig zeer lage rente en hogere inflatie onze andere europartners – allen stuk
voor stuk netto schuldenaren – heel goed uitkomt, delft Nederland bij de
rentebesluiten de onderspit en dat zal minstens nog jaren het geval blijven.
Dit moet een ieder die voor zichzelf analyseert vóór of
tegen de euro te zijn, meenemen in zijn/haar overpeinzingen. Want het is
inderdaad leuk en ook wel handig dat je, als je door Europa reist, in veel
landen geen geld meer hoeft te wisselen. Scheelt toch eventjes in de rij staan
om geld te wisselen en geldverlies want je betaalt voor dat wisselen en je
blijft toch altijd zitten met munten uit andere landen.
Hoe erg dat ook mag zijn, ik kan me niet aan het gevoel
onttrekken dat ik toch liever in Berlijn, Wenen of Parijs even naar de bank ga
en dat verlies voor lief neem als het alternatief is miljarden euro’s schade op
termijn te lijden. Nogmaals, dit geldt ook als we met onmiddellijke ingang geen
cent meer in allerlei euronoodfondsen stoppen.
Een (monetair) econoom of een historicus – ik ben de eerste
en iemand met veel belangstelling voor historie – zou dan kunnen tegenwerpen: wat
is je alternatief dan, uit de euro stappen? Ja, dat is het alternatief. Het is
inderdaad een historisch feit dat Nederland in feite sinds de Tweede
Wereldoorlog nagenoeg nooit een eigen monetair beleid heeft gevoerd; de gulden
en daarmee onze rentepolitiek, was altijd gekoppeld aan een andere munt, zoals bijvoorbeeld de Duitse mark. Maar
we konden toen op zijn minst in theorie op elk gegeven moment wél een eigen
monetair beleid gaan voeren. In de euro kan dat per definitie níet.
Ik ben de eerste die zal toegeven, sterker nog, ik heb da
vaak zelf geschreven, dat de monetaire historie van Nederland laat zien dat áls
we zelfstandig monetair beleid voerden, dat voor ons land niet gunstig
uitpakte. Gegeven die historie is het uiterst onzeker hoe het Nederland zou
vergaan buiten de euro. Daar staat tegenover op de eerste plaats dat resultaten
uit het verleden geen garantie zijn voor de toekomst. Er is ex-ante géén reden
aan te nemen dat Nederland er ook nu een potje van zou maken. In de tweede
plaats: gezien het alternatief denk ik dat de kans groot is dat het allemaal
mee zou vallen.
De keuze voor Nederland is: in de euro blijven staat gelijk aan
blijven in een zo goed als permanente transferunie waarin de geldstromen uit Nederland richting andere
eurolanden gaan (nogmaals óók als we voortaan geen cent meer overmaken aan de zwakke eurolanden) óf uit de euro stappen en leven met onzekerheid over eigen
beleid en de gevolgen ervan.Waar kiest u voor?